Zakelijk telefoneren

Telefoneren
Doel van de les:





  • Kort herhalen
  • Telefoonnotitie maken
  • Telefoonalfabet

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijs

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Telefoneren
Doel van de les:





  • Kort herhalen
  • Telefoonnotitie maken
  • Telefoonalfabet

Slide 1 - Slide

Telefoneren
Doel van de les:





  • Kort herhalen
  • Telefoonnotitie maken
  • Telefoonalfabet

Slide 2 - Slide

Even een kort Quizje

Slide 3 - Slide

Wat is een externe klant
A
Iemand die in jouw school werkt
B
Iemand die buiten jouw school werkt
C
Iemand die nergens werkt
D
Geen van allen

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een interne klant binnen een school
A
De leerling in de schoolkantine
B
De bezorger van de AH
C
De bloemist
D
De postbezorger

Slide 5 - Quiz

Wat is een interne klant binnen een kantoor?
A
De postbezorger
B
De schoonmaakploeg
C
Glazenwasser
D
De directeur

Slide 6 - Quiz

Wat is niet klantgerichtheid?
A
Netjes u zeggen
B
Iemand uitschelden
C
Iemand aankijken
D
Iemand uit laten praten

Slide 7 - Quiz

ZAKELIJK TELEFONEREN

Slide 8 - Slide

Wat weet je al over het voeren van een zakelijk telefoongesprek?

Slide 9 - Open question

Formeel/informeel
wat is het verschil?
Bel een vriend of hij as zaterdag zin heeft om te komen barbecuen.
Of 
Een vergaderruimte voor je directie reserveren binnen het kantoor.

Slide 10 - Slide

Wat is een goede begroeting aan de telefoon bij een formeel gesprek?

Slide 11 - Open question

Inkomend telefoongesprek
Begroeten
Voorstellen
Aanspreken
Dienst verlenen
Samenvatten
Afsluiten

Slide 12 - Slide

Begroeten en voorstellen
  1. Begroeten - Goedemorgen (tot 12 uur), Goedemiddag ( 12 uur tot 18 uur), Goedenavond ( vanaf 18 uur)
  2. Begin met het noemen van de bedrijfsnaam
  3. Daarna zeg jij je eigen naam

Goedemorgen, Curio Praktijkschool Breda, u spreekt met Kim van der Kolk

Slide 13 - Slide

Aanspreken
  1. Je noteert de naam van de klant
  2. Je noemt de klant bij de naam, dan voelt de klant zich gehoord.
  3. Je biedt meteen hulp aan
  4. Wat kan ik voor u doen, mevrouw Jansen? Waarmee kan ik u van dienst zijn? Wat kan ik voor u betekenen? Waarmee kan ik u helpen?

Slide 14 - Slide

Dienstverlenen
 De klant belt met een vraag/ klacht/opmerking

  1. Je geeft zelf antwoord.
  2. De klant belt voor een collega die er is. Je verbindt door naar een collega.
  3. De klant stelt een vraag die jij niet kunt beantwoorden. Je verbindt door naar een collega.
  4. De klant belt voor een collega die er niet is: Je maakt een telefoonnotitie.

Slide 15 - Slide

Samenvatten
  •  aan het eind van het gesprek kort herhalen van de gemaakte afspraken.
  • Dit om misverstanden te voorkomen en ervoor te zorgen dat iedereen weet wat er van hem of haar wordt verwacht.

Slide 16 - Slide

Afsluiten
  1. Kan ik u nog ergens mee van dienst zijn? Kan ik u nog ergens ander mee helpen?
  2. Klant geen vragen meer?
  3.  Graag gedaan. Dan wens ik u nog een fijne dag.

Slide 17 - Slide

Wat moet er in een Telefoonnotitie staan?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Zelf oefenen
  • Je gaat met je rug naar de ander zitten. 
  • Je spreekt van te voren af wie gaat bellen en wie de telefoon opneemt. 
  • Diegene die belt, bedenkt een boodschap
  • De beller stelt zich voor en geeft de boodschap door
  • Diegene die aanneemt, schrijft de notitie op

Slide 24 - Slide

Terugkoppeling
Wat vond je van de oefening?
Wat vond je van je eigen vaardigheden?
Wat doe je goed? Wat kan nog iets beter?

Slide 25 - Slide

Nederlands telefoonalfabet
Wie weet wat het telefoonalfabet is?

Om de beurt ga je je naam spellen aan de hand van het telefoonalfabet.

Slide 26 - Slide

Nederlands telefoonalfabet

Slide 27 - Slide

Einde

Slide 28 - Slide

Zelf bellen (uitgaand gesprek)
•    Fase 1: contact leggen (openingszin)
•    Fase 2: informeren
In enkele korte zinnen (duidelijk en concreet) de reden aangeven
•    Fase 3: afronden

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Fase 1: Contact leggen
  • Houd rekening met het tijdstip van bellen
  • Je noemt je naam en de naam van je bedrijf

Slide 31 - Slide

Fase 2: Informeren
  • In enkele korte zinnen vertel je de reden van je telefoontje
  • Zo duidelijk en concreet mogelijk

Slide 32 - Slide

Fase 3: Afronden
  • Afspraken samenvatten
  • Bedanken
  • Afsluiten
->Ik zal u het schema vanmiddag nog mailen. Nog een fijne dag verder mevrouw Jansen!

Slide 33 - Slide

Oefening uitgaand gesprek
  • In Teams staan 2 belscenario's
  • Je gaat bellen in tweetallen
  • Het telefoongesprek wordt opgenomen
  • Je geeft elkaar feedback ahv formulier
  • Eind van de les luisteren we naar 2 gesprekken
  • Vragen?

Slide 34 - Slide