Les 2: gespr/spre 9.3 + 10.1 Going on a trip + Talking about yourself (3/4)

Talking/ presenting
Boek: 3/4
9.3 + 10.1 Going on a trip + Talking about yourself
Doel: Je vraagt en geeft informatie over openbaar vervoer en reizen. Je geeft informatie over jezelf en vraagt deze ook aan anderen.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMBO

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Talking/ presenting
Boek: 3/4
9.3 + 10.1 Going on a trip + Talking about yourself
Doel: Je vraagt en geeft informatie over openbaar vervoer en reizen. Je geeft informatie over jezelf en vraagt deze ook aan anderen.

Slide 1 - Slide

Going on a trip
Wanneer je in het buitenland bent en dingen niet duidelijk zijn, moet je extra informatie vragen, bijvoorbeeld aan medewerkers van het ov-bedrijf. Zij zullen jou instructies geven.

Slide 2 - Slide

Informatie vragen
Hoe laat ko­men we op onze be­stem­ming aan?
What time will we ar­rive at our des­tin­a­tion?
Kunt u me ver­tellen hoe ik in … kom?
Could you tell me how I get to …?
Sorry, dat heb ik niet helemaal be­gre­pen.
I’m sorry, I didn’t quite get that.
Zou u dat al­stublieft kunnen her­halen?
Could you re­peat that, please?

Slide 3 - Slide

Hoe zeg je: Neem me niet kwalijk, ...

Slide 4 - Open question

Hoe zeg je: Hoe laat ver­trekt de bus naar …?

Slide 5 - Open question

Instructies volgen
Neem de rol­trap naar bene­den en sla link­saf.
Take the es­cal­at­or down­stairs and turn left.
U kunt papier­en kaartjes ko­pen bij de auto­maat.
You can buy pa­per tick­ets from the ma­chine.
Check altijd in aan het be­gin van je reis.
Al­ways touch in at the start of your jour­ney.
Denk eraan dat je uitcheckt bij de poortjes wan­neer je het sta­tion ver­laat.
Make sure you touch out at the gates when leav­ing the sta­tion.

Slide 6 - Slide

Hoe zeg je: U moet twee keer over­stap­pen.

Slide 7 - Open question

Hoe zeg je: Laad je saldo re­gel­matig op.

Slide 8 - Open question

10.1 talking about yourself
Tijdens je werk of stage stel je jezelf voor aan je collega’s. Ook stel je hen – niet te persoonlijke! – vragen. Zo leer je elkaar beter kennen. Hieronder staan zinnen om informatie te geven en om vragen te stellen.

Slide 9 - Slide

Informatie geven
Ik werk op de af­del­ing ra­di­olo­gie.
I work in the ra­di­ology de­part­ment.
Ik kom uit Neder­land.
I am / I’m from the Neth­er­lands.
Ik ben derde­jaars stu­dent ver­plee­gkunde.
I’m a third-year stu­dent nurse.
Ik leer voor automon­teur.
I’m study­ing to be­come a car mech­an­ic.
Ik doe een mbo-opleiding.
I’m tak­ing / do­ing a vo­ca­tion­al qual­i­fic­a­tion.

Slide 10 - Slide

Hoe zeg je: Hallo, ik ben ...; ik ben de nieuwe sta­gi­air(e).

Slide 11 - Open question

Hoe zeg je: Ik ben af­ge­lo­pen maand­ag be­gonnen.

Slide 12 - Open question

Vertaal: vrije tijd
A
Time off
B
spare time
C
free time
D
free clock

Slide 13 - Quiz

informatie vragen
Op welke af­del­ing werkt u?
In which de­part­ment do you work?
Hoelang werkt u hier al?
How long have you worked here?
Ho­eveel mensen werken er bij dit bedrijf?
How many people work for this com­pany?
Wat voor werk doet u pre­cies?
What kind of work do you do ex­actly?

Slide 14 - Slide

informatie vragen
Waar studeer je voor?
What are you study­ing?
Hoelang du­urt je stud­ie?
How long does your study take?
Welke opleiding heb je / heeft u gedaan?
What train­ing have you had?
Heb je ook nog er­gens an­ders stage ge­lo­pen?
Have you done train­ee­ships else­where?
Mag ik je/u iets per­soon­lijks vragen?
May I ask you a per­son­al ques­tion?

Slide 15 - Slide

Opdrachten
Boek 3/4
9.3: Ex. 1,3,4, exam exercise

10.1: Ex. 1,3,4, exam exercise.
Extra verdieping:
9.3: Ex. 5, extra speaking, extra exam exercise.
10.1: Ex. 5, extra speaking, extra exam exercise

Slide 16 - Slide