Ontwikkelingspsychologie Cognitieve ontwikkeling

Ontwikkelingspsychologie Cognitieve ontwikkeling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 67 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie Cognitieve ontwikkeling

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Je weet wat ontwikkelingspsychologie inhoudt.
  • Je benoemt de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind.
  • Je kunt de cognitieve ontwikkeling van de levensfasen benoemen
  • Je weet wat het ontwikkelboek inhoudt 


Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij ontwikkelings-
psychologie?

Slide 3 - Mind map

Ontwikkelingspsychologie 
Psychologie houdt zich bezig met het individueel menselijk gedrag. Het gaat daarbij om de vraag waarom iemand iets doet, waarom iemand zich om een bepaalde manier gedraagt. Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.
Als we praten over ontwikkeling, hebben we het over de verschillende fasen die mensen doormaken naarmate ze ouder worden. Elke fase heeft zijn eigen kenmerken en gedragingen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Welke ontwikkelingsfasen zie je in dit filmpje?

Slide 6 - Open question

Antwoord 
Baby: tussen 0 en 2 jaar
Peuter: tussen 2 en 4 jaar
Kleuter: tussen 4 en 6 jaar
 schoolkind: tussen 6 en 12 jaar
Puber: tussen 12 en 17 jaar
Adolescent: tussen 17en 23jaar



Slide 7 - Slide

Opdracht 10 minuten
In hoofdstuk 2 van je basisboek staat een stukje over Piaget en de verschillende fases:
Sensomotorische fase (0-2 jaar): mentale representaties, objectpermanentie
Pre-operationele fase (2-7 jaar): ik-besef, egocentrisme, magisch denken
Concreet-operationele fase (7-12 jaar): abstract denken
Formeel-operationele fase (vanaf 12 jaar)
Zoek bij al deze fases een concreet voorbeeld met je groepje. Bijvoorbeeld:




Slide 8 - Slide

Objectpermanentie:
Dit betekent dat het kind een object of persoon in zijn geheugen heeft opgeslagen. Hij begrijpt nu dat iets ook nog bestaat als hij het niet ziet.

Slide 9 - Slide

Baby
Grijpen is begrijpen
Ontluikend vermogen om te vergelijken

Slide 10 - Slide

Peuter
Begrijpen is benoemen
Denken in symbolen
Egocentrisch denken (egocentrisme)
Magisch denken
Kan nog geen logische verbanden leggen
Geen geweten als innerlijke sturing

Slide 11 - Slide

Kleuter
Prelogisch denken
Egocentrisch
Eerste aanzet gewetensontwikkeling
Van imitatie naar identificatie
Classificeren van voorwerpen van verschillende vorm, grootte en kleur

Slide 12 - Slide

Schoolkind
Denkhandelingen
Concentratievermogen neemt toe
Proces overzien
Interesse in feiten

Slide 13 - Slide

Puber 
Eigen denken staat centraal 

Slide 14 - Slide

Opdracht 20 minuten
Zoek per ontwikkelingsfase 3 activiteiten,atributen, of die de cognitieve ontwikkeling stimuleren.
Schrijf daarbij op welke manier er gestimuleerd wordt, dus op welke manier wordt het gebruikt, en hoe je dit in de klas kunt gebruiken.
Doe dit aan de hand van een foto collage 

Slide 15 - Slide

Ontwikkelboek
  1. In het ontwikkelboek beschrijf je de verschillende ontwikkelingsfasen die een kind doorloopt (van baby tot de pubertijd) en benoemt hierbij de specifieke ontwikkelingen per ontwikkelingsgebied (minimaal 1 A4 per fase).
  2. Daarnaast beschrijf je hoe jouw eigen ontwikkeling verliep in de verschillende ontwikkelfasen binnen de ontwikkelingsgebieden.
  3. Je mag er ook voor kiezen om dit op een andere manier te verwerken bijvoorbeeld op posters per ontwikkelingsfase.
  4. Zie hoofdstuk 2 van je basisboek en hoofdstuk 5.3 t/m 5.5 uit Interactievaardigheden 

Slide 16 - Slide

Wat moet ik aanpassen aan de les?

Slide 17 - Mind map

ontwikkeling schoolkind

Slide 18 - Mind map