This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen
Je kunt de juiste uitgang bij de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken
ik - mijn- mein / jij- jouw- dein / zij- haar- ihr
hij - zijn - sein / het- zijn- sein / wij - ons\onze - unser
jullie -jullie-euer / zij- hun - ihr / u - uw - Ihr