week 8

week 8
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

week 8

Slide 1 - Slide

DOELEN
Je beheerst de verbindingswoorden en dagen van de week (Testje PC cijfer) 
Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen
Je kunt de juiste uitgang bij de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken

Slide 2 - Slide

Welke dagen van de week kun je noemen?

Slide 3 - Mind map

Welke Duitse verbindingswoorden ken je?

Slide 4 - Mind map

testje PC cijfer
examnet 
1G code tsUUfL
1A code SXkMGm
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Ik ken de verbindingswoorden en dagen van de week al goed voor de toetsweek
😒🙁😐🙂😃

Slide 6 - Poll

Wir wiederholen 
- Herhaling bezittelijke voornaamwoorden

Slide 7 - Slide

Doelen

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen

Je kunt de juiste uitgang bij de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken



Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ik 
mijn
jij
jouw
hij
zijn
zij 
haar
het 
zijn
wij
ons/onze
jullie
jullie
zij
hun
u
uw
ich
mein-
du
dein-
er
sein- 
sie 
ihr-
es
sein-
wir
unser-
ihr
euer-
sie
ihr-
Sie
Ihr-
Bezittelijk
voornaamwoord

Slide 10 - Slide

mijn
jouw
zijn
haar
hun
onze
jullie
uw
mein
unser
ihr (m.v.)
ihr (e.v.)
sein
Ihr
dein
euer

Slide 11 - Drag question

De uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden
  • De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgang als de woorden ein(e) en kein(e). 

  • Let op het bezittelijk voornaamwoord 'euer' (=jullie)
Ist das euer Vater?
Ist das eure Mutter?

Slide 12 - Slide

Oefenen! Maken Wiederholung 5 S 186
Aufgabe 1,2,3
bij Aufgabe 3)
der Koch
die Kartoffeln
das Wasser
die Nudeln
das Brot
die Rechnung
die Soße
der Freund

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Das ist Ihr Fahrrad.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
A
das
B
ist
C
Ihr
D
Fahrrad

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern (mv)
A
meine
B
dien
C
ihre
D
unsere

Slide 15 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
ihr
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 16 - Quiz

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud

Slide 17 - Quiz

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch (o)


A
meine
B
meiner
C
meines
D
mein

Slide 18 - Quiz

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
ihr
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 19 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?
A
Wie
B
heißt
C
deine
D
Oma

Slide 20 - Quiz

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.
A
Ihre|
B
Tante
C
32 Jahre
D
alt

Slide 21 - Quiz

Was ist ...............(jouw) Name (m)?
A
deine
B
meine
C
dein
D
Ihr

Slide 22 - Quiz

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball spielen.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 23 - Quiz

Das sind..................(onze) Eltern (mv).
A
meine
B
unser
C
ihr
D
unsere

Slide 24 - Quiz

............ (jullie) Weihnachtsbaum (m) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 25 - Quiz

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 26 - Quiz

Maaike ist ..............(jullie) Freundin.
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 27 - Quiz

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!
A
Ihre
B
Ihr
C
Sein
D
Unser

Slide 28 - Quiz

Das ist ........................ (mijn) Geburtstagsgeschenk.
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 29 - Quiz

Ik weet genoeg van het bezittelijk voornaamwoord om deze opdrachten te kunnen maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Wat wil je zelf nog doen om dit onderdeel te verbeteren?
de betekenis van de bezittelijke voornaamwoorden uit mijn hoofd leren
meer oefenen
het geslacht van de zelfstandige naamwoorden uit de Lernliste goed uit mijn hoofd leren

Slide 31 - Poll

Oefenen
afmaken Wiederholung K5 
Aufgabe 1,2,3 en 9

Slide 32 - Slide