Hoe bereken je de nettowinst? Zet in de juiste volgorde. 1 = nettowinst, 2 = brutowinst, 3 = bedrijfskosten, 4 = omzet, 5 = inkoopwaarde
A
4 - 5 = 1
B
2 - 3 = 1
C
2 - 5 = 1
D
4 - 2 = 1
Slide 12 - Quiz
Welke van onderstaande stellingen is juist? A. Als je veel verlies maakt ga je failliet B. De huur van het pand en de loonkosten zijn bedrijfskosten C. De inkoopwaarde is voor de nettowinst berekening niet belangrijk
A
A, B en C
B
A en B
C
A en C
D
B en C
Slide 13 - Quiz
Een winkelier hanteert een brutowinst van 25% van de inkoopprijs. De inkoopprijs is € 20,-. Hoeveel bedraagt de brutowinst?