V6A artikelen week 1

1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt:
- precies en concreet vaststellen wat de boodschap van de tekst is;
- logische afleidingen maken;
- conclusies trekken uit een tekst op basis van informatie in de tekst.
*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Slide

Lees de eerste alinea. Wat zou er volgens jou nog meer aan de hand kunnen zijn?

Slide 3 - Open question

Instructie 
1. Samen starten we met het lezen van de tekst. 
2. Na een korte introductie lees je de tekst zelfstandig.
3. Tijdens het lezen onderstreep je de woorden die je niet begrijpt.
4. Als je klaar bent met het lezen van de tekst zoek je de betekenis van de moeilijke woorden op. De woorden en de betekenis schrijf je in je map of schrift.

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is het onderwerp van de tekst?
2. Wat is de hoofdvraag?
3. Hoe beantwoordt de schrijver de hoofdvraag?
4. Welke tekstsoort herken je?

Slide 5 - Slide

Aan de slag
Beschrijf bij elke deskundige in de tabel het probleem en de oplossing.

Slide 6 - Slide

belangrijke woorden en begrippen

Slide 7 - Mind map

Nabespreking

Slide 8 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 9 - Slide

Begrippen uit deze les

Slide 10 - Slide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 11 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 12 - Open question

Antwoorden
1.   a. Het gezicht is de uitdrukking van de identiteit. b. Het gezicht is van belang om de ander te identificeren. (c. Het gezicht geeft toegang tot biografische info.)
2. Waar komt de hedendaagse obsessie met het gezicht vandaan?
3. Technologische, cultuurele of cultuurhistorische, maatschappelijke en psychologische verklaringen.

Slide 13 - Slide

Antwoorden
4. Door ons gebruik van het portret te vergelijken met het functioneren van de oude portretkunst vanaf de 17e eeuw.
4. De kern van de overeenkomst is dat de portretten echt en nep zijn. Ze drukken de identiteit uit, maar het is ook een voorpost van het zelf naar de gemeenschap, hetgeen impliceert dat er ook sprake is van spel of een pose.
5. De paradox van het moderne gezicht houdt in dat een afbeelding je 'ware' gezicht / innerlijk / Iidentiteit laat zien, maar dat het ook 'nep' is, omdat het maar een afbeelding is / de afbeelding niet samenvalt met je identiteit. (Verderop staat dan dat het gaat om het effect dat het gezicht weet los te maken.)
6. De titel Nep is echter gaat over het verlangen om jezelf zichtbaar te maken, juist door te kiezen voor selfies / afbeeldingen waarin je lijkt op iedereen (en dus niet echt / je eigen individu bent / afbeeldingen die niet realistisch zijn
Net zoals bij gezichtsherkenningstechnieken is het ware gezicht hier minder individueel dan het massale gebruik van de techniek doet vooronderstellen.  

Slide 14 - Slide