3.4 Planten

3.3/3.4 Planten
(Ordening)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.3/3.4 Planten
(Ordening)

Slide 1 - Slide

Doelen

Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten

Mavo: Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en groenwieren.

Slide 2 - Slide

(Mavo)bladgroenkorrels, de bouw van de plant en de manier van voortplanten

Slide 3 - Slide

Vaatplanten

planten die vaten hebben voor het transport van stoffen

Slide 4 - Slide

Zaadplanten
vaatplanten die zich voortplanten door middel van zaden die ontstaan in de bloemen van de plant

(wortels, stengels, bladeren en bloemen)

Slide 5 - Slide

Sporenplanten
planten die zich voortplanten door middel van sporen
(dus geen zaden)


Zoals:
Mossen, varens en paardenstaarten

Slide 6 - Slide

Haarmos
Sporendoosjes

Slide 7 - Slide

Heermoes (paardenstaart)
Sporenvormende orgaantjes

Slide 8 - Slide

Mannetjesvaren
Sporenhoopjes

Slide 9 - Slide

Wieren (algen)
Eencellig of meercellig

Veel eencelligen wieren zich voort door deling

Sommigen door sporen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Groen wieren
een stam in het plantenrijk met eencellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels


Boomalg = eencellig = deling






Slide 12 - Slide

Groenwieren

Voorbeeld meercellig:
zeesla

Eetbaar

Slide 13 - Slide

Haarmos
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen

Slide 14 - Quiz

Zeewier
A
Zaadplanten
B
Sporenplanten
C
Algen

Slide 15 - Quiz

Algen groeien boven en onder water.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Sporenplanten hebben bloemen
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Hoort de varen tot de sporenplanten of de zaadplanten?
A
Sporenplanten
B
Zaadplanten

Slide 18 - Quiz

Huiswerk Planten
 3.3 Kader: Opdracht 1 t/m 7

3.4 Mavo: opdracht 1 t/m 8

Slide 19 - Slide