14-10-24 M3a Koppelteken en trema

Goedemorgen M3a!
Programma vandaag:
  • Herhaling Cursus 7 Spelling §5: tussenletters in samenstellingen
  • Spelling §6: koppelteken en trema 
  • Quiz (LessonUp)
  • Oefenen online of uit het boek 


1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemorgen M3a!
Programma vandaag:
  • Herhaling Cursus 7 Spelling §5: tussenletters in samenstellingen
  • Spelling §6: koppelteken en trema 
  • Quiz (LessonUp)
  • Oefenen online of uit het boek 


Slide 1 - Slide

Sleep de samenstellingen naar de juiste plaats.
Samenstelling met tussenletter -s-
Samenstelling met tussenletter  -(e)n-
Samensteling met tussenletter -e-
plant + bak
lamp + kap
maan + schijn
groente + boer
lieveling + stad
bakker + room

Slide 2 - Drag question

Je schrijft een tussenletter -e- als het 1e deel geen zelfstandig naamwoord is.


Je schrijft een tussenletter -e- als het 1e deel geen meervoud heeft.


Je schrijft een tussenletter -e- als het 1e deel de betekenis van het tweede deel versterkt.


Je schrijft een tussenletter -e- als het woord niet (meer) herkenbaar is als een samenstelling. --> versteend

platteland
tarwebrood
stekeblind
bruidegom

Slide 3 - Drag question

Tussenletters in samenstellingen

dwing + land
A
geen tussen-n dwingeland
B
wel een tussen-n dwingenland

Slide 4 - Quiz

KOPPELTEKEN 

Slide 5 - Slide


Koppelteken

Liggend streepje

Slide 6 - Slide

Functies koppelteken
Hoofdfunctie
Het voorkomen van klinkerbotsing bij het lezen.

Wij kennen in het Nederlands veel klanken: oe, au, oa, ei, ij, ie, eu, ee, aa, enz.
Als deze letters wel naast elkaar staan, maar niet als één klank mogen worden uitgesproken, gebruik je het koppelteken.
--> radiouitzending
--> radio-uitzending

Slide 7 - Slide

Het koppelteken gebruik je ook bij:
1. Letters, cijfers, andere tekens, afkortingen: tv-zender, x-as, 4-jarige
2. Aardrijkskundige namen: Noord-Ierland, 's-Hertogenbosch,  Zuid-Amerikaan
3. In woorden met voorvoegsel: bijna-, collega-, ex-, oud-, etc.
4. In samenstellingen met gelijknamige woorden: rooms-katholiek, minister-president

Slide 8 - Slide

Kies de juiste spelling
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
politieauto
B
politie-auto
C
politie auto

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
stageuren
B
stage-uren

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
autoonderdelen
B
auto-onderdelen

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
radiouitzending
B
radio-uitzending
C
radio uitzending

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
galaavond
B
gala-avond
C
gala avond

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
cameraopstelling
B
camera-opstelling
C
camera opstelling

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
geleiachtig
B
gelei-achtig
C
gelei achtig

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
garageeigenaar
B
garage-eigenaar
C
garage eigenaar

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
cadeauabonnement
B
cadeau-abonnement
C
cadeau abonnement

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste spelling
A
bureauinhoud
B
bureau-inhoud
C
bureau inhoud

Slide 20 - Quiz

Het trema

Slide 21 - Slide

Het trema
Het trema gebruik je in meerdere gevallen:

  1. meervouden op -ee of -ie
  2. klinkerbotsing bij niet samengestelde woorden

Slide 22 - Slide

Trema?
financieel
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Trema?
industriele
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Trema?
tatoeage
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Trema?
financien
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd

Slide 27 - Quiz

Trema?
fotoalbum
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Trema?
smeuig
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Trema?
geerfd
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Trema?
geuit
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Trema?
olien
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 1 t/m 4, blz. 202 & 203 

Klaar? Probeer eens te kijken naar de volgende paragraaf en maak opdracht 1 t/m 5, blz. 205. 

Slide 33 - Slide

Evaluatie van de Les
A
Ik snap het helemaal
B
Ik vind het nog wel moeilijk
C
Ik wil hier graag nog eens mee oefenen
D
Ik heb nog extra uitleg nodig om dit te snappen

Slide 34 - Quiz