This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling H5
ontdekkers en hervormers
1500 - 1600
Slide 1 - Slide
1
2
3
4
5
Verovering Constantinopel
Vrede van Ausburg
Ontdekking Amerika
Uitvinding boekdruk
kunst
95 STELLINGEN
Slide 2 - Drag question
Kies het goede vak
Renaissance
Middeleeuwen
Muziek
CARPE DIEM
MEMENTO MORI
Slide 3 - Drag question
Past de afbeelding bij de tijd van de middeleeuwen of de Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 4 - Quiz
Past de afbeelding bij de tijd van de middeleeuwen of de Renaissance?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
Slide 5 - Quiz
Welke eigenschap past niet bij een humanist?
A
Een veelzijdige ontwikkeling.
B
Uitblinken op veel terreinen.
C
Het kritiekloos volgen van bestaande theorieën.
D
Een grote kennis bezitten van het Grieks en Latijn.
Slide 6 - Quiz
Twee uitspraken: I Noord-Italiaanse kooplieden hadden meer nadeel van de Spaanse ontdekkingsreizen dan van de Portugese ontdekkingsreizen. II Columbus ging in 1492 op weg in de verwachting dat hij door westwaarts te varen Indië zou bereiken.
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
A
Uitspraak I en II zijn allebei juist.
B
Uitspraak I is juist. Uitspraak II is onjuist.
C
Uitspraak I is onjuist. Uitspraak II is juist.
D
Uitspraak I en II zijn allebei onjuist.
Slide 7 - Quiz
Gebruik de bron
Welke motieven om op ontdekkingsreis te gaan blijken uit de bron?
A
Een economisch motief, want de vriendelijke inheemse bevolking wil graag handel drijven
met de ontdekkingsreizigers en voor hun goederen een eerlijke prijs betalen.
B
Een politiek motief, want Amerigo Vespucci moet van zijn opdrachtgevers grond veroveren.
C
Nieuwsgierigheid naar de nieuw ontdekte wereld, waardoor de Portugese koning Amerigo
Vespucci opdracht geeft uit te varen.
D
Een economisch motief, want Vespucci bericht nadrukkelijk dat het land vruchtbaar is,
waarmee hij suggereert dat er producten kunnen worden gehaald.
Slide 8 - Quiz
Gebruik de bron
Bij welke kenmerkende aspecten past de bron?
A
Het begin van de Europese overzeese expansie.
B
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe
wetenschappelijke belangstelling.
C
De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke Kerk in West-Europa tot gevolg
had.
D
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.
Slide 9 - Quiz
Welke twee Europese landen waren als eerste actief in de overzeese expansie?
A
Nederland en Engeland
B
Spanje en Nederland
C
Frankrijk en Portugal
D
Portugal en Spanje
Slide 10 - Quiz
Waardoor verspreidde de reformatie snel over Europa?
A
bodes
B
nieuwe wegen
C
ontdekkingsreizigers
D
boekdrukkunst
Slide 11 - Quiz
Welke twee zinnen zijn juist?
A
Erasmus' kritiek was vergelijkbaar met Luther.
B
Luther vertaalde de Bijbel in het Nederlands.
C
Een ander woord voor hervorming is Renaissance.
D
Zonder boekdrukkunst had Luther veel minder aanhangers gehad.
Slide 12 - Quiz
Aflaten zijn ...
A
zijn documenten die horen bij de protestante kerk
B
zijn documenten die zorgen dat je een plekje in de hemel krijgt
C
zijn documenten met daarop de 95 stellingen van Luther
D
brieven die Luther aan de paus heeft gestuurd
Slide 13 - Quiz
In het Edict van Worms staat ...
A
dat iedere keurvorst zelf het geloof mag kiezen
B
dat Luther verbannen wordt
C
dat aflatenhandel niet meer mag
D
dat Luther de Bijbel niet in het Duits mocht vertalen
Slide 14 - Quiz
In de Vrede van Augsburg staat ...
A
Dat iedere keurvorst zelf het geloof mag kiezen
B
dat Luther verbannen wordt
C
dat aflatenhandel niet meer mag
D
dat Luther de Bijbel wél in het Duits mocht vertalen
Slide 15 - Quiz
Kritiek op aflaten
Leef somber, bid en lees de bijbel
Steun van Duitse edelen
Geneve
Rotterdam
Lof der zotheid: kritiek op levenswijze geestelijke
Predestinatie
Calvijn
De oplossing ligt binnen de katholieke kerk
Monnik
Humanist
Vooral populair in Nederland
Tegen een koning met een verkeerd geloof, mag je in opstand komen
Respecteer de macht van de koning
Luther
Erasmus
Slide 16 - Drag question
Noem de twee belangrijkste verschillen tussen Luther en Calvijn
Slide 17 - Open question
In 1538 stierf de Maastrichtse geleerde Mattheus Herbenus. Zijn bibliotheek bevatte een kostbare uitgave van de Geographica van de Griekse historicus en geograaf Strabo (64 v.Chr.-23 na Chr.), een soort encyclopedie van de toen bekende wereld. De belangstelling van Herbenus past bij twee verschillende kenmerkende aspecten van zijn tijd. Leg uit bij welke twee kenmerkende aspecten
Slide 18 - Open question
De Groningse geleerde Rudolph Agricola (1444-1485) schreef over kunst: “Bij beeldende kunst genieten we niet van wat we zien, maar van hoe het is weergegeven, omdat we daarin het talent van de kunstenaar herkennen.” Leg uit dat deze opvatting over kunst past bij de renaissance en niet bij de middeleeuwen.
Slide 19 - Open question
Stel je doet een onderzoek naar het verloop van de conquistadores en je vindt deze bron.
Geef een argument voor en tegen de betrouwbaarheid van deze bron voor je onderzoek