2023_2024_3HV_Stunde38h

Schön, dass du da bist!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Schön, dass du da bist!

Slide 1 - Slide

Schön. dass du das bist!
Alles in Ordnung ?
kein Kaugummi, keine Jacke ?
Bücher, Heft, Kuli dabei?
Und ein bisschen gute Laune ?

Slide 2 - Slide

Eine Frage am Anfang
Er weißt nicht, dass Haribo aus Bonn kommt.

Slide 3 - Slide

unsere Lernziele
Ik kan iets vertellen:  
+ Modale werkwoorden (=herhaling).


Ik kan iets vertellen:
+ snoepen en gezondheid.

Ik vergroot mijn kijk-luistervaardigheden: hören und lesen.
+ Ik ga iets lekkers kopen.



Slide 4 - Slide

Verlauf der Stunde
+ verbeteropdracht Modalverben, 3 Minuten, schnell.
+ ein neues Kapitel 3: Bern
+ schreiben Buch Kap. 3 (ab Seite 110)
Lektion 1, Übungen 1-2-3, gemeinsam 4 
+ Pausenlied?
+ Einkaufen



Slide 5 - Slide

Drei Fragen zwischendurch
-Anna darft nicht so naschen. 
-Wisst ihr, das Harbo Deutsch ist?
- Du müsst weniger Zucker essen.

Slide 6 - Slide

Eine Bitte an euch
Enquête via de mail

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben
Immer dabei:
Buch-Handbuch-Heft

Donnerstag: lernen 
Kapitel 3: Lektionen 1,2 und 3
DE-NI (1-2) & NI-DE (3)



Slide 8 - Slide

1-3-4 Fall: 3 factoren 


De vorm van woorden die bij der-groep of de ein-groep behoren verandert afhankelijk van 3 factoren

Welke zijn dat?

Slide 9 - Slide

1-3-4 Fall: Factor 1
De uitgang verandert afhankelijk van het voorzetsel dat ervoor staat:

Der Mann geht mit dem Hund nach Hause.
Der Mann geht mit der Katze nach Hause.

Slide 10 - Slide

1-3-4 Fall: Factor 2
De uitgang verandert afhankelijk van het werkwoord dat ervoor staat: 
Ich glaube dem Lehrer (=hem/haar-proef)
Ich frage mal den Lehrer.


3e naamval
danken, gefallen, gehören, gelingen, glauben, gratulieren, helfen, passen, schmecken).
4e naamval
fragen, bitten, es gibt, kosten, interessieren.

Slide 11 - Slide

1-3-4 Fall: Factor 3
De uitgang verandert afhankelijk van de functie van het zelfstandig naamwoord in de zin:

Der Mann sucht den Hund.
Die Frau sucht den Hund.

Slide 12 - Slide