§1.3 VOC en WIC

7.2 herhaling & verdieping
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

7.2 herhaling & verdieping

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je kan:
  • Uitleggen hoe de VOC en WIC onstonden
  • Beschrijven wat de VOC en WIC deden

Slide 2 - Slide

Wat hebben we tot nu toe besproken?

Slide 3 - Mind map

Met welke handel werden we voor het bestaan van VOC en WIC rijk?

Slide 4 - Open question

Hoe specerijen in de Gouden Eeuw in Europa kwamen

Slide 5 - Slide

Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 6 - Quiz

Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 7 - Open question

Oprichting VOC
1602: Einde alle losse compagnieën
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht
VOC krijgt een monopolie

Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt
Extra
De VOC wilde geld verdienen, maar deed ook aan nijverheid. Zo lieten ze bijvoorbeeld schepen en zeilen maken. Dit noemen we handelskapitalisme

Slide 8 - Slide

Waar staan de letters VOC voor?
A
Verenigde Oosterse Compagnie
B
Verzamelde Oost-Indische Compagnieën
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verzamelde Oosterse Compagnie

Slide 9 - Quiz

Filmpje
Wat heeft Jan Pieterszoon Coen gedaan?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Filmpje
Hoe denken de Indonesiërs over J.P. Coen?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Maar ook in het westen
Ook in het westen ging Nederland handelen
Dit gebeurde door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelde vooral in slaven

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Filmpje
Wat was de WIC?

Slide 16 - Slide

5

Slide 17 - Video

00:16
Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 18 - Quiz

00:41
Waarmee kopen de Nederlanders slaven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Textiel
B
Kruiden
C
Drank
D
Wapens

Slide 19 - Quiz

01:02
Waarom zouden slaven een brandmerk krijgen van de WIC?

Slide 20 - Open question

01:19
Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 21 - Quiz

02:17
Moeten we boos zijn op de Nederlandse slavenhandelaren?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz