§3.3 Europa en de wereld

§3.3 Europa en de wereld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§3.3 Europa en de wereld

Slide 1 - Slide

Resumé
Pak je schrift
Wat hebben we vorige les besproken?
Wie, Wat, Waarom, Wanneer

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kan:
  • Uitleggen hoe de VOC en WIC onstonden
  • Beschrijven wat de VOC en WIC deden

Slide 3 - Slide

Hoe specerijen eerst in Europa kwamen

Slide 4 - Slide

Hoe specerijen in de Gouden Eeuw in Europa kwamen

Slide 5 - Slide

Compagnie 

Slide 6 - Slide

Wat is een compagnie
A
Specerijen
B
Handelsbedrijf
C
Een soort schip
D
Pakhuis voor goederen

Slide 7 - Quiz

Hoe zorgden de losse compagnieën ervoor dat iedereen minder verdiende?

Slide 8 - Open question

Oprichting VOC
1602: Einde alle losse compagnieën
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) wordt opgericht
VOC krijgt een monopolie

Monopolie betekent dat je de enige bent die in iets handelt
Extra
De VOC wilde geld verdienen, maar deed ook aan nijverheid. Zo lieten ze bijvoorbeeld schepen en zeilen maken. Dit noemen we handelskapitalisme

Slide 9 - Slide

Waar staan de letters VOC voor?
A
Verenigde Oosterse Compagnie
B
Verzamelde Oost-Indische Compagnieën
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verzamelde Oosterse Compagnie

Slide 10 - Quiz

Filmpje
Wat heeft Jan Pieterszoon Coen gedaan?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Filmpje
Hoe denken de Indonesiërs over J.P. Coen?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Maar ook in het westen
Ook in het westen ging Nederland handelen
Dit gebeurde door de West-Indische Compagnie (WIC)
De WIC handelde vooral in slaven

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Filmpje
Wat was de WIC?

Slide 17 - Slide

6

Slide 18 - Video

00:16
Waar staan de letters WIC voor?
A
West-Indische Compagnie
B
Westers Ingestelde Compagnie
C
West-Iconische Compagnie
D
Welvaart-Indische Compagnie

Slide 19 - Quiz

00:41
Waarmee kopen de Nederlanders slaven? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Textiel
B
Kruiden
C
Drank
D
Wapens

Slide 20 - Quiz

01:02
Waarom zouden slaven een brandmerk krijgen van de WIC?

Slide 21 - Open question

01:19
Waarom zou een slavenhandelaar het erg vinden dat één van de slaven sterft?
A
Dat vindt hij helemaal niet erg
B
Dan kan hij deze niet meer verkopen
C
Hij leeft erg mee met de slaven
D
Dan moet het weer opgeruimd worden

Slide 22 - Quiz

02:11
Voor hoeveel procent van de totale slavenhandel is Nederland verantwoordelijk?
A
5%
B
25%
C
55%
D
80%

Slide 23 - Quiz

02:17
Moeten we boos zijn op de Nederlandse slavenhandelaren?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Aan de slag
Maak paragraaf 3.3 verder af :-)

Slide 25 - Slide