This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
samenvatten
Slide 1 - Slide
3 soorten
Kolommenschema
Mindmap
Geschreven samenvatting
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen?
Tekst bekijken
Vragen over de tekst
Leesmotor
Vragen over Leesmanieren
Slide 3 - Slide
Wat maakt een tekst makkelijk of moeilijk?
lengte van de tekst
lengte van de zinnen
moeilijke woorden
lay-out (= hoe de tekst eruitziet)
afbeeldingen
onderwerp (voorkennis)
Slide 4 - Slide
Tekst
Slide 5 - Slide
Hoe noem je de grote dikgedrukte tekst bovenaan de blz. (Husky's horen niet in de woonkamer)?
A
de titel
B
de bron
C
het tussenkopje
D
de alinea
Slide 6 - Quiz
Tekst
Slide 7 - Slide
Hoe heet het blauwe gedrukte stukje onder de titel?
A
de alinea
B
het tekstgeraamte
C
de bron
D
de inleiding
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je een foto of tekening bij een tekst?
A
de tabel
B
het tussenkopje
C
de afbeelding
D
de bron
Slide 9 - Quiz
Onderaan een tekst staat meestal waar de tekst vandaan komt (b.v.: uit welk tijdschrift of van welke website). Hoe noem je dat?
A
de alinea
B
de afbeelding
C
de titel
D
de bron
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je de dikgedrukte teksten die tussen de alinea's in staan? (b.v.: Hond of wolf?)
A
de tussentitel
B
de bron
C
het tussenkopje
D
de afbeelding
Slide 11 - Quiz
Tekst
Slide 12 - Slide
Hoeveel alinea's heeft deze tekst? Je moet de inleiding ook meetellen.
A
4
B
3
C
5
D
6
Slide 13 - Quiz
de leesmotor
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Leesmanieren
Je kunt op allerlei manieren een tekst lezen. Voordat je gaat lezen moet je weten hoe je de tekst wilt lezen. Als je alleen iets opzoekt, pak je het anders aan dan wanneer je iets moet onthouden.
Slide 16 - Slide
Doel: Gewoon lekker lezen!
A
scannend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen
D
ontspannend lezen
Slide 17 - Quiz
Doel: Je wilt echt begrijpen wat je leest en je wilt het onthouden.
A
grondig lezen
B
scannend lezen
C
kritisch lezen
D
ontspannend lezen
Slide 18 - Quiz
Doel: Je wilt snel weten waar een tekst over gaat en of hij interessant is om verder te lezen.
A
ontspannend lezen
B
zoekend lezen
C
scannend lezen
D
kritisch lezen
Slide 19 - Quiz
Doel: Je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.