Samenvatting Lezen 1

Waaraan kun je zien
wat het tekstniveau is?
1 / 22
next
Slide 1: Mind map
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Waaraan kun je zien
wat het tekstniveau is?

Slide 1 - Mind map

Wat maakt een tekst makkelijk of moeilijk?

  • lengte van de tekst
  • lengte van de zinnen
  • moeilijke woorden
  • lay-out (= hoe de tekst eruitziet)
  • afbeeldingen
  • onderwerp (voorkennis)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

tekstgeraamte:
Je ziet in de volgende dia een tekst. In de dia daarna volgt een vraag over de tekst. Dan zie je de tekst weer en komt er een nieuwe vraag. En zo voorts.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe noem je de grote dikgedrukte tekst bovenaan de blz. (Husky's horen niet in de woonkamer)?
A
de titel
B
de bron
C
het tussenkopje
D
de alinea

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Hoe heet het blauwe gedrukte stukje onder de titel?
A
de alinea
B
het tekstgeraamte
C
de bron
D
de inleiding

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Hoe noem je de dikgedrukte teksten die tussen de alinea's in staan? (b.v.: Hond of wolf?)
A
de tussentitel
B
de bron
C
het tussenkopje
D
de afbeelding

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je een foto of tekening bij een tekst?
A
de tabel
B
het tussenkopje
C
de afbeelding
D
de bron

Slide 11 - Quiz

Onderaan een tekst staat meestal waar de tekst vandaan komt (b.v.: uit welk tijdschrift of van welke website). Hoe noem je dat?
A
de alinea
B
de afbeelding
C
de titel
D
de bron

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Hoeveel alinea's heeft deze tekst? Je moet de inleiding ook meetellen.
A
4
B
3
C
5
D
6

Slide 14 - Quiz

de leesmotor

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

De leesmotor bestaat uit 7 stapjes. Wat is stap 1?
A
meer lezen
B
woordkennis
C
voorkennis
D
beter in bijna alle vakken

Slide 17 - Quiz

leesmanieren
Je kunt op allerlei manieren een tekst lezen. Voordat je gaat lezen moet je weten hoe je de tekst wilt lezen. Als je alleen iets opzoekt, pak je het anders aan dan wanneer je iets moet onthouden.

Slide 18 - Slide

Doel: Gewoon lekker lezen!
A
scannend lezen
B
zoekend lezen
C
grondig lezen
D
ontspannend lezen

Slide 19 - Quiz

Doel: Je wilt echt begrijpen wat je leest en je wilt het onthouden.
A
grondig lezen
B
scannend lezen
C
kritisch lezen
D
ontspannend lezen

Slide 20 - Quiz

Doel: Je wilt weten of het waar is wat je leest en of jij het met de tekst eens bent.
A
scannend lezen
B
zoekend lezen
C
kritisch lezen
D
grondig lezen

Slide 21 - Quiz

Doel: Je wilt snel weten waar een tekst over gaat en of hij interessant is om verder te lezen.
A
ontspannend lezen
B
zoekend lezen
C
scannend lezen
D
kritisch lezen

Slide 22 - Quiz