27 mei (H+) check gram. ontleden en der/ein schema + woordjes

Willkommen in dieser Stunde.
 
Na dit uur weet je of je:

* het "spiekbriefje" van de vorige les al goed uit je hoofd kent
* of je het stappenplan kan volgen
* of je dan de juiste vervoeging kan invullen  
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Willkommen in dieser Stunde.
 
Na dit uur weet je of je:

* het "spiekbriefje" van de vorige les al goed uit je hoofd kent
* of je het stappenplan kan volgen
* of je dan de juiste vervoeging kan invullen  

Slide 1 - Slide

Hoe ziet het der- en het ein-schema eruit? Schrijf dat hieronder op.

Slide 2 - Open question

Der Lehrer schickt seinen Schülern eine Email.
Welke naamval is Der Lehrer
timer
1:00
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 3 - Quiz

oefenen met ontleden
in de volgende slides krijg je steeds een vraag. Kies steeds het juiste antwoord. Je hebt 45 seconden per vraag.

Slide 4 - Slide

Die Eltern schenkten ihren Kindern Geld.
Welke naamval is ihren Kindern?
A
3e
B
4e
C
1e

Slide 5 - Quiz

Meine Mutter hat einen kleinen Bruder.
Welke naamval is meine Mutter
A
4e
B
1e
C
3e

Slide 6 - Quiz

Der Lehrer schickt seinen Schülern eine Email.

Welke naamval is eine Email
A
1e
B
3e
C
4e

Slide 7 - Quiz

Meine Mutter hat einen kleinen Bruder.
Welke naamvallen zitten in deze zin
A
1e + 4e
B
3e + 4e
C
1e +3e

Slide 8 - Quiz

Sleepvragen
Er volgen nu een paar sleepvragen. 
Zorg dat de woorden op de juiste plek komen te staan

Slide 9 - Slide

1. Kinder mögen oft (geen) .................................................... Gemüse (o)
2. Der Mann  will (een) ................................................ Buch (o) kaufen.
3. Ich verstehe  (de) .............................................................. Frage (v) nicht.
4. Er will (zijn) ................................................ Oma eine Karte schicken.
5. Der Mann  gibt (zijn) ................... Kunden (mv) ein Geschenk. 
die
kein
seinen
ein
seiner

Slide 10 - Drag question

oefenen met het toepassen van het schema
in de volgende slides krijg je steeds een vraag. Kies steeds het juiste antwoord. Je hebt 1 minuut per vraag.

Slide 11 - Slide

Ich zeige (mijn) Mutter wo das Geschäft ist.
A
mein
B
meine
C
meiner
D
meinen

Slide 12 - Quiz

Ich zeige (mijn) Mutter wo das Geschäft ist.
A
jed
B
jede
C
jeden
D
jedes

Slide 13 - Quiz

Unser Haus hat (geen) Garten (m)
A
kein
B
keine
C
keinen
D
keiner

Slide 14 - Quiz

Welke vraag had je net fout?
A
Ich zeige (mijn) Mutter wo das Geschäft ist.
B
Ich zeige (mijn) Mutter wo das Geschäft ist.
C
Unser Haus hat (geen) Garten (m)
D
Ik had alle vragen goed

Slide 15 - Quiz

Waar wil jij nog extra uitleg over?
Probeer dit zo concreet mogelijk te benoemen

Slide 16 - Open question

woordjes geleerd? 
Ga naar Quizlet live en laat maar eens zien wat je al weet: 

de link komt in de volgende slide

 

Slide 17 - Slide

En nu verder weer in het boek
Uitleg Opdr. 14 t/m 16.
(Kapitel 3 Lektion 5)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!
Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. 
De link van deze les staat straks in de klas bij LessonUp. Dan kan je de les nog eens inzien en bekijken waarin je jezelf nog kan verbeteren. 
Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond! 
Het huiswerk voor de volgende keer staat aan einde van de dag in Magister. 

Slide 20 - Slide