Speel met taal: Beeldspraak

Speel met taal: Beeldspraak
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Speel met taal: Beeldspraak

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je beeldspraak herkennen en gebruiken. Je weet wat een vergelijking met als is, een metafoor, herkent een metonymie en kan werken met synesthesie.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet je al over beeldspraak?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is beeldspraak?
Beeldspraak is het gebruik van taal om een ​​visueel beeld op te roepen in de geest van de lezer of luisteraar. Bijvoorbeeld een metafoor, vergelijking, metonymie en synesthesie.

Slide 4 - Slide

Leg de definitie van beeldspraak uit aan de studenten.
Vergelijking met als
Een vergelijking met als vergelijkt twee dingen met behulp van 'als'. Bijvoorbeeld: 'hij is zo snel als een cheetah'.

Slide 5 - Slide

Geef een voorbeeld van een vergelijking met als en laat de studenten zelf een vergelijking bedenken.
Bedenk nu zelf een vergelijking

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Metafoor
Een metafoor is een vergelijking zonder 'als'. Het beschrijft iets door te zeggen dat het iets anders is. Bijvoorbeeld: 'zijn hart is van steen'.

Slide 7 - Slide

Geef een voorbeeld van een metafoor en laat de studenten zelf een metafoor bedenken.
Bedenk nu zelf een metafoor

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Metonymie
Een metonymie is het vervangen van een woord door een ander woord dat er nauw mee verwant is. Bijvoorbeeld: 'de kroon leest de troonrede'.

Slide 9 - Slide

Geef een voorbeeld van een metonymie en laat de studenten zelf een metonymie bedenken.
Bedenk nu zelf een metoniem

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Synesthesie
Synesthesie is het combineren van verschillende zintuigen in één zin. Bijvoorbeeld: 'de schreeuwende kleur'.

Slide 11 - Slide

Geef een voorbeeld van synesthesie en laat de studenten zelf een zin bedenken met synesthesie.
Geef hier een voorbeeld van synesthesie

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Oefenen met vergelijkingen
Welke vergelijkingen met als kun je bedenken voor de volgende onderwerpen: de zee, een auto, een vlinder?
Vul op de volgende dia je antwoorden in

Slide 13 - Slide

Laat de studenten in groepjes vergelijkingen met als bedenken voor de gegeven onderwerpen.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Oefenen met metaforen
Bedank drie metaforen voor 'liefde'

Vul die op de volgende dia in

Slide 15 - Slide

Laat de studenten in groepjes metaforen bedenken voor het gegeven woord.
Oefenen met metonymieën
Welke metonymieën kun je bedenken voor de volgende woorden: 'krant', 'koningshuis', 'Hollywood'?

Slide 16 - Slide

Laat de studenten in groepjes metonymieën bedenken voor de gegeven woorden.
Schrijf hier je antwoorden

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Oefenen met synesthesie
Bedank een zin met synesthesie voor het volgende onderwerp: 'geluid'

Slide 18 - Slide

Laat de studenten in groepjes zinnen bedenken met synesthesie voor het gegeven onderwerp.
Geef hier je antwoord

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Toepassen van beeldspraak
Schrijf een korte tekst (maximaal 5 zinnen) waarin je minimaal 3 verschillende soorten beeldspraak gebruikt.

Slide 20 - Slide

Laat de studenten individueel een korte tekst schrijven waarin ze beeldspraak toepassen.
Voorbeelden bespreken
Laat de studenten in groepjes hun korte tekst voorlezen en bespreek samen welke soorten beeldspraak erin zijn gebruikt.

Slide 21 - Slide

Laat de studenten in groepjes hun korte tekst voorlezen en bespreek samen welke soorten beeldspraak erin zijn gebruikt.
Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd over beeldspraak?

Slide 22 - Slide

Vraag aan de studenten wat ze hebben geleerd over beeldspraak.
Vragen?
Heb je nog vragen over beeldspraak?

Slide 23 - Slide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen over beeldspraak.
Einde
Bedankt voor het meedoen!

Slide 24 - Slide

Sluit de les af en bedank de studenten voor hun deelname.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 26 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.