Drie belangrijke kenmerken Romaanse Bouwkunst:
1)Rondbogen en tongewelven: Romaans bouwen kenmerkt zich door het gebruik van ronde bogen, vooral in de constructie van deuren, ramen en galerijen. Daarnaast werden tongewelven (lange, halfronde gewelven) vaak gebruikt om de ruimtes te overspannen.
2)Massieve (=hele dikke) muren en kleine ramen: De muren van romaanse gebouwen zijn dik en zwaar, vaak gemaakt van steen. Om de zware structuur te ondersteunen, hadden de gebouwen slechts kleine ramen, waardoor het interieur vaak somber en donker was.
3) Zuilen en pilasters: De binnenruimtes van romaanse kerken werden vaak ondersteund door dikke zuilen. Deze waren niet alleen functioneel, maar ook versierd met eenvoudige of geometrische motieven, soms met beeldhouwwerk van religieuze figuren of scènes. Pilasters zijn halfzuilen.
Deze kenmerken gaven de romaanse gebouwen hun robuuste, massieve uitstraling.