H 4: Conflicten; paragraaf 2: Oorzaken van conflicten
§4.2 Oorzaken van conflicten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
§4.2 Oorzaken van conflicten
Slide 1 - Slide
4.2 Oorzaken van conflicten
Deze les:
* Terugblik vaardigheden en paragraaf 4.1
* Bespreken paragraaf 2: oorzaken van conflicten
* Aanvullen begrippenlijst
* Maken paragraaf 4.2; opdrachten 1, 2 en 4, samenvatting, leerdoelen uitwerken etc.
3 havo
Slide 2 - Slide
We spreken van een gewapend conflict als er tenminste:
A
25 doden per maand zijn
B
50 doden per jaar zijn
C
25 doden per jaar zijn
D
50 doden per maand zijn
Slide 3 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een intern conflict?
A
De strijd tussen Pakistan en India
B
De opstanden in Catalonië
C
De strijd tegen ISIS
D
WO II
Slide 4 - Quiz
Wat hoort bij wat?
Internationaal conflict
Burgeroorlog of binnenlands conflict
Geïnternationaliseerd conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
Nederlandse militairen voeren vredesoperatie in Afghanistan uit.
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De VS biedt militairen steun aan stijdende partijen in Syrië.
Oorspronkelijk binnenlands conflict met buitenlandse inmenging
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!
Slide 5 - Drag question
Een volk kenmerkt zich door:
A
Hetzelfde territorium te bewonen
B
Binnen één staat te bestaan
C
Dezelfde taal, godsdienst en geschiedenis
D
Een nationalistisch karakter
Slide 6 - Quiz
Hoe noem je een gebied waarbinnen een volk woont zonder officiële grenzen?
A
Enclave
B
Staat
C
Territorium
D
Strook
Slide 7 - Quiz
Wat betekent separatisme?
A
De wens van het volk om zich van een staat te scheiden
B
De wens van het volk om invloed te hebben in een land
C
De wens van het volk om te bepalen welke religie er is in een land
Slide 8 - Quiz
Leerdoelen:
Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn
Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin
Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen
Slide 9 - Slide
Oorzaken van conflicten
In §4.1 heb je geleerd dat een conflict zich kan afspelen binnen een land, maar ook tussen verschillende landen en wat voor soort conflicten er zijn.
Een conflict heeft zelden één oorzaken, vaak is er sprake van meerdere oorzaken.
Slide 10 - Slide
Economische oorzaken
De aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen in een land zorgt voor problemen, maar ook voor inkomsten. Helaas komen de opbrengsten niet altijd ten goede aan de bewoners.
De winning van deze grondstoffen > zorgt voor ecologische problemen. Bijv. vergiftiging van rivieren in Peru door goudwinning. En in Nigeria maken lekkende oliepijpleidingen hele gebieden onbruikbaar voor bewoning.
Door onrechtvaardigheid ontstaan conflicten.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Waar gaat het geld meestal naartoe dat wordt verdient met delfstoffen (natuurlijke hulpbronnen)?
A
Het gebied waar het wordt gevonden
B
Het bedrijf dat de delfstoffen wint
C
Eerlijk verdeeld tussen beide partijen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Video
Culturele en demografische oorzaken:
1: Culturele oorzaken bijvoorbeeld door aanwezigheid verschillende religies:
Bijvoorbeeld: Soennieten en Sjiieten in Irak en Syrië.
* maar dit is niet altijd de enige oorzaak, het is vaak ook in combinatie met macht en armoede.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
1. Welke oorzaken zijn er genoemd voor het conflict tussen Iran en Saudi-Arabië? 2. Tot welke van de 4 oorzaken in §4.2 behoren de redenen genoemd bij 1.
Slide 17 - Open question
Demografische oorzaken
'Jeugdbult': een groot aandeel van 15-29 jarige in de bevolking.
Grote werkloosheid zorgt voor extra onrust.
Slide 18 - Slide
Rol van de overheid
In conflictgebieden is vaak dictatuur(= de macht in een land bij een persoon of groep), zoals in Noord-Korea en Iran.
Soms is er ook sprake van een fragile state, een zeer zwakke staat, zoals Centraal-Afrikaanse Republiek. In deze landen heeft de overheid vrijwel geen controle en is er veel corruptie en economische chaos.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Wat valt je op aan deze kaart?
Tip: In welke gebieden is de situatie alarmerend? In welke gebieden is vrede juist vooral duurzaam/stabiel? Is dat logisch?
Slide 21 - Open question
Gouden regels voor vrede
Des te minder deze regels van toepassing zijn op een land, des te groter de kans is op een conflict.
Slide 22 - Slide
Aan het werk:
* Deze lesson-up heb je doorgenomen.
* Begrippenlijst aanvullen.
* Zorg dat je de leerdoelen kunt beantwoorden.
* Maak de opdrachten en/of een samenvatting en/of een mindmap en/of online etc om de stof te kennen.