Dinsdag 30 november

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

1 / 41
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Goedemorgen! 
Goed dat je er bent.
 

  • Meld je alvast even aan voor de LessonUp van vandaag. 
  • Lever je mobiel in. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1e lesuur:
8:45 - 09:30
Burgerschap


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Politiek

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat is politiek?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Politiek
  • Politiek gaat over het maken van keuzes die invloed hebben op onder andere het volk.  Denk bijvoorbeeld aan meer of minder politie op straat?
  • Iemand die deze keuzes maakt noemen we een politicus.
  • Politici moeten met veel dingen rekening houden, zoals de mening van het volk. hoeveel iets gaat kosten, en of het wel nut heeft.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een burgermeester is een politicus.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande zaken houd de politiek zich niet mee bezig?
A
Wel of niet appen op de fiets
B
De prijs van een BMW
C
Onderwijs zaken
D
Geld voor de zorg

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Politieke partijen
Politici die een zelfde mening delen zijn vaak lid van een politieke partij. Samen staan ze namelijk sterker. 
Iedere partij heeft natuurlijk bepaalde standpunten. Dit gaat vooral om dingen die zij belangrijk vinden.

Ben je het eens met bepaalde standpunten? Dan kun je op die partij stemmen. Vaak kun je ook lid worden van een partij.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Kun je aangeven welke politieke partijen je al kent?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

2e lesuur:
9.15 - 9.40
Wiskunde

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Je leert een breuk omzetten in een percentage %
Je leert de nieuwe prijs uitrekenen bij korting.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Van breuk naar percentage
1/5 (breuk) = 20% (percentage)
  • Door van een breuk een decimaal getal te maken kun je deze omzetten naar een percentage. 
  • Bijvoorbeeld: 1/5 = 0,2     dit doe je x 100, en dan heb je het percentage. 
  • 0.2 x 100 = 20%

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Welk percentage hoort bij de breuk?
5/10
A
60%
B
50%
C
40%
D
25%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Korting: een nieuwe prijs berekenen
Omdat korting een prijsverlaging is, is de nieuwe prijs altijd minder dan 100%
Als een jas 150 euro kost, en je krijgt 10% korting bij de kassa, dan betaal je dus 135 euro.

150 euro - 10%
150 - 15 = 135 euro.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ik krijg 20% korting op een rugzak van 90 euro. Nu betaal ik dus . . ?
A
180
B
45
C
72
D
18

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Pauze

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3e & 4e lesuur:
10.00 - 12.00
Techniek Bogerman



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

5e lesuur:
12.30 - 13.15
Engels

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

B: Showbiz and entertainment - Linking words

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Showbiz

Slide 26 - Mind map

Bijvoorbeeld: applaus, publiek, podium, entertainment, televisie, bekende mensen (bn'ers), rode loper, handtekening.
Fill in the correct Dutch translations of the words.
applaudiseren, toejuichen
publiek
handtekening
achter de schermen
doorbraak

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions

Linking Words

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

ten eerste
vervolgens
bijvoorbeeld
zoals
ook, bovendien
ook
duidelijk

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

6e lesuur:
13.15 - 14.00
Biologie

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel
Voor verbranding hebben de cellen van je lichaam zuurstof nodig.

Die zuurstof adem je in met lucht.

Als je inademt, stroomt lucht met zuurstof naar je longen.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

De longen zijn organen van het ademhalingsstelsel.


Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Video

This item has no instructions

neusholte

mondholte
keelholte
strottenhoofd
luchtpijp
bronchie
long
longblaasjes

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Meestal adem je door je neus. Dit noem je de neusademhaling.




Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
timer
30:00

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

14.00 - 14.30
SoVa/Burgerschap/LOB/Ontspanning

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 41 - Slide

This item has no instructions