H2.1 t/m H2.3 herhaling + vaardigheden

H2.1 t/m H2.3 herhaling 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2.1 t/m H2.3 herhaling 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen deze les.
- Leerdoelen
- Herhaling H2.1 en H2.2.
- Uitleg H2.3 Urbanisatie. 
- Lezen H2.3 + Maken oefenopdrachten voor toets. 
- Opdracht ARCgis (Europese en Amerikaanse steden).
- Eerder klaar? dan zelfstandig leren. 
- Afsluiting. 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen deze les
- Herhaling stof H2.1 t/m 2.3 + vaardigheden (schaalrekenen)
- Je kent de verschillen tussen Europese, Amerikaanse en niet-westerse steden. 
- Je weet wat urbanisatie en suburbanisatie is en waarom/ wanneer dit heeft plaatsgevonden in Nederland.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

vraag
Wat valt je op aan de ligging van de meeste steden? Waarom liggen die daar?
Stedelijk netwerk
Een groep van steden in een land die onderling op tal van terreinen verbonden zijn.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe noemen we zo'n stad als Bangkok?
Primate city.  Een stad die veel groter is dan de tweede grootste stad van een land. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

H2.3 (Sub)urbanisatie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Urbanisatie 
Het proces waarbij steeds meer mensen in de stad gaan wonen = urbanisatie of verstedelijking. 

In NL vanaf 1880. 
Waarom? 2 redenen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Twee oorzaken van urbanisatie
1. 


2. Natuurlijke bevolkingsgroei, vaak zijn het jongeren die naar de stad gaan. Onder de jongeren ligt het geboortecijfer hoger dan bij bijvoorbeeld 50+ ers. 
Oorzaak
Oorzaak: Vanwege de ontdekking van de stoommachine en de industriële revolutie. Mensen op het platteland raakten werkloos omdat hun werk werd overgenomen door stoommachines in de fabrieken (deze stonden in de steden).  


Gevolg
De mensen die werkloos raakten op het platteland, verhuisden naar de stad toe om te gaan werken in de fabrieken. Hierdoor kwamen er meer mensen in de stad wonen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stadsgewest
Betekenis van sub
Denk aan suburb = voorstad

Sub = voor of onder, vandaar suburbanisatie.

Slide 11 - Slide

Uitgebreider dan een agglomeratie. Door suburbanisatie vanaf jaren '60 ontstaan er nieuwe dorpen rondom de agglomeratie. 

Deze dorpen / wijken zijn vervolgens weer gericht op de centrale stad.
Suburbanisatie
Het proces waarbij steeds meer mensen van de stad op het platteland (kleine dorpjes) gaan wonen.

In NL vanaf 1960. 
Waarom?  Bekijk de plaatjes en beantwoord daarna de vraag. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

3 Redenen voor suburbanisatie.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig aan de slag
Ga naar magister --> berichten en klik op de link om je aan te melden voor de lessonup les. Open de les en  volg vervolgens de instructies.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Oefenen voor de toets H2.1 t/m 2.3
Lees eerst H2.3 en maak vervolgens de vragen. 
timer
10:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Noem de 4 kenmerken van een stad.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

wereldstad

megastad

hoofdstad
bestuurscentrum van land

10 miljoen inwoners

geen grote rol in wereld
 belangrijk op wereldniveau

geen grote rol in wereld.

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Waardoor ontstaan er in de armere landen krottenwijken?
A
Omdat mensen graag gangster willen zijn.
B
Om de arme mensen van de stad te scheiden van de rijke mensen.
C
Omdat er in een stad van oorsprong veel arme mensen leven.
D
Omdat in arme landen (te) veel arme mensen van het platteland naar de stad trekken om werk te vinden.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de twee krottenwijken is waarschijnlijk jonger. Links of rechts. Hoe zie je dat?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke van de twee krottenwijken is waarschijnlijk nieuwe. Links of rechts. Hoe zie je dat?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Hoe groter het schaalgetal hoe minder details!
A
goed
B
fout

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Als je van centimeters naar kilometers gaat, dan streep je .......nullen weg uit het schaalgetal
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel kilometer is 1 centimeter op deze kaart?
A
2 km
B
20 km
C
200 km
D
2000 km

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Spreiding van steden
3 factoren spelen een rol.
- Absolute ligging. (Kenmerken van het gebied waarin een stad ligt)
- Relatieve ligging. (Kenmerken van de ligging van een plaats ten opzichte van (in verhouding met) andere plaatsen)
- Koloniaal verleden. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Op wat voor plekken liggen steden als we kijken naar de absolute ligging? Geef 3 voorbeelden.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Stel je bouwt een spoorlijn van stad A (een stad met al goede verbindingen met andere steden), naar stad B (een stad met slechte verbindingen), veranderd dan de relatieve ligging?
A
Ja alleen van stad A
B
Ja alleen van stad B
C
Ja, voor beide steden
D
Nee.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Verstedelijkingsgraad is....
A
Hoog in Nederland
B
Laag in Nederland
C
Hoog in Kenia
D
Laag in Kenia

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Verstedelijkingstempo =
A
Het percentage mensen wat in een stad woont.
B
De snelheid waarmee de verstedelijkingsgraad stijgt.
C
Hoog in rijke landen
D
hoog in arme landen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vragen over H2.3

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn suburbs, waar liggen ze en wat voor mensen wonen hier?

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Waar in Amerikaanse steden wonen mensen met een lager inkomen?

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Wat vindt je allemaal in het CBD?

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Zullen veel mensen in het CBD wonen, leg uit waarom wel of niet.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Amerikaanse steden veranderen

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Bekijk het Model van een Amerikaanse stad in H2.3. Waar liggen de fabrieken? Waarom daar?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Waarom zijn niet westerse steden vaak chaotische opgebouwd?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

Noem 4 kenmerken van een niet-westerse stad.

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Eerder klaar?
Ga zelfstandig leren voor H2.1 t/m H2.3

Slide 43 - Slide

This item has no instructions