6V - les 3 - H1

1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Startopdracht: het landschap als dynamisch systeem

  • Wat?  Maken stencil startopdracht 
timer
7:00

Slide 3 - Slide

Bespreken startopdracht

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken: 

1.2: opdr 1,3,5,6

Slide 5 - Slide


Leerdoelen §1.3




  • Wat is het verschil tussen bodemerosie en versnelde bodemerosie?

  • Door welke drie activiteiten ontstaat versnelde bodemerosie?

  • Met welke maatregelen kun je het optreden van bodemerosie beperken?

  • Hoe komt het proces van capillaire werking op gang?







Slide 6 - Slide

Theorie §1.3


Landdegradatie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke ingrepen heeft de mens gedaan om de bodem in de volgende situaties te optimaliseren?
 

te droge grond
 onvruchtbare grond
 veel reliëf

 

Slide 9 - Slide



te droog

onvruchtbaar 

veel reliëf


irrigatie 

bemesting
 
aanleg terrassen


Kunstmest > chemische vruchtbaarheid

Dierlijke mest > chemische en fysische vruchtbaarheid

Slide 10 - Slide

De onvoorziene (negatieve) gevolgen van diverse landbouwkundige ingrepen noemen we:

 
landdegradatie

Slide 11 - Slide

Na hevige regenval spoelt de humushoudende bovenlaag van de bodem weg.


Dit heet ...
bodemerosie

Slide 12 - Slide

In zeer droge gebieden kan door het verdampen van (grond)water een zoutkorst ontstaan.


Dit heet ...
verzilting

Slide 13 - Slide

Wat is het verschil tussen erosie en bodemerosie?


Verschil:
Van erosie is sprake wanneer: stromend water, bewegend ijs of de wind materiaal wegschuren. 

Van bodemerosie is sprake wanneer: de humushoudende bovenlaag wordt weggeschuurd. 

Slide 14 - Slide

Bodemerosie is een natuurlijk proces.

Versnelde bodemerosie ontstaat wanneer de grond onbedekt raakt door menselijke activiteiten.

Slide 15 - Slide

Door welke drie activiteiten op de foto’s raakt de grond onbedekt?.

De 3 activiteiten zijn:
overbeweiding 

ontbossing

akkerbouw

Slide 16 - Slide

Akkerbouw kan leiden tot versnelde bodemerosie.
vooral bij monocultuur


Oplossing op foto:
strip-cropping
Oplossingen:
- strip cropping
- evenwijdig aan hoogtelijnen ploegen
- weinig ploegen
- resten van gewassen laten liggen
- bomen dwars op de windrichting


Slide 17 - Slide

Verzilting door irrigatie >
drie soorten irrigatie

Slide 18 - Slide

1. Geulirrigatie
  1. Water wordt door gegraven geulen gespoeld
  2. Water infiltreert.
  3. Veel water wordt niet door planten opgenomen >grondwater stijgt.
  4. Door kleine openingen wordt het grondwater omhoog gezogen (capillaire werking van de grond).
  5. Het grondwater dat kleine hoeveelheden zout bevat verdampt en het zout blijft achter.
  6. Na verloop van tijd ontstaat een zoutkorst.

Slide 19 - Slide

2. Beregening
Beregenen is een andere irrigatietechniek met vergelijkbare gevolgen. 
Bedenk dat net als bij geulirrigatie: 

- een groot deel van het water direct verdampt 
- veel water infiltreert 
- dat leidt tot verzilting

Slide 20 - Slide

3. Drupelirrigatie
Door middel van druppelirrigatie wordt er net zoveel water naar de plantenwortel geleid als deze kan opnemen:

- er zal vrijwel geen water infiltreren of verdampen
- het grondwater zal nauwelijks stijgen
- het is de beste manier van irrigatie,
maar vraagt wel om een investering in techniek

Slide 21 - Slide

Niet elke landschapszone is even gevoelig voor landdegradatie.

Slide 22 - Slide

Welke gebieden zijn extra gevoelig wanneer mensen landbouw gaan bedrijven?


Extra gevoelig zijn ...
gebieden met grote droogte

reliëfrijke gebieden

gebieden met een hoge neerslag-intensiteit

Slide 23 - Slide

Kans op herstel verschilt
Meer kans op herstel:
     - bodem met veel voedingsstoffen
     - klimaat verschaft voldoende vocht

Minder kans op herstel:
     - arme bodems
     - weinig vocht

Slide 24 - Slide

Intensieve landbouw zorgt voor uitputting

Oplossing:
  
duurzaam
landgebruik

Slide 25 - Slide

Aan de slag: individueel uitwerken (Zs). Oortjes mogen.
1. Maak  H1.2: opdr. 1,4,5,6
2. Klaar? Doornemen H1.3


timer
15:00

Slide 26 - Slide

Reflecteren op de les

Slide 27 - Slide