Thema 7 - Taak 4

• NT2
• ISK

Thema 7 - Taak 4

Doel van de les

Aan het einde van de les kun je aardige reacties in plaats van onaardige reacties bedenken bij verschillende situaties.

 

- Je let hierbij op de woordvolgorde van de zin en aanhalingstekens. 

Opbouw van de les

• Voorkennis

Opdracht: onaardige reacties/woorden
Zinsopbouw

• Uitleg: aanhalingstekens 

• Opdracht Taak 4 - aardige reacties bedenken en opschrijven.

onaardige reacties/
onaardige woorden

Ik morgen vier Suikerfeest met mijn familie.

1. Deze zin klopt.
2. Deze zin klopt niet.

Vrijdag wij gaan naar de bioscoop.

1. Deze zin klopt.
2. Deze zin klopt niet.

In de vakantie gaan wij naar mijn oma in Spanje.

1. Deze zin klopt.
2. Deze zin klopt niet.

1. onderwerp | 2. werkwoord

3.                            4.                         5.

Aanhalingstekens

Bij een letterlijk citaat.

Anna zei: “We gaan morgen naar Utrecht.”

Spijt! - Carry Slee

‘Moet je nou zien.’ Niels wijst naar het raam. 

Jochems kleren worden zorgvuldig in een boom gehangen. Een paar jongens moeten lachen, maar de meeste kleden zich snel aan, alsof ze er niks mee te maken willen hebben. 

Als Jochem onder de douche vandaan komt en de lege haak ziet, krijgt hij iets door. Met een rood hoofd kijkt hij onder de bank en in de kast. Paniekerig loopt hij door de kleedkamer heen en weer, maar hij vraagt niks.

Waarom zou hij ook? Hij weet inmiddels ook wel dat iedereen

hem negeert.

‘Zoek je iets?’ Remco wijst naar de boom. ‘Na de klassenfoto

krijg je ze terug.’

‘Ja,’ zegt Justin. ‘Je denkt toch zeker niet dat we met zo’n vetkwab op de foto willen, hè?’

TAAK 4

1. Zoek de onaardige reactie bij de situatie.

2. Bedenk een aardige reactie bij de situatie.

3. Schrijf de aardige reactie op.

• Denk aan de " "

Ik heb het doel gehaald: ik kan aardige reacties bedenken en geven.

😒🙁😐🙂😃

Aardige reactie op de les.
Zet je reactie tussen aanhalingstekens.