This lesson contains 18 slides, with text slides.
der Man -> mit dem Mann
die Frau -> mit der Frau
das Kind - > mit dem Kind
die Bücher -> mit den Büchern
Dit is voor ons lastig, maar er bestaan géén uitzonderingen!
Waarom celstraffen bij hakenkruis of hitlergroet?
Waarom geen pommes Krieg, maar Pommes Oorlog in Berlijn?
Zou in de huidige tijd een beweging als de NSDAP kunnen ontstaan?
Voor mij of voor ik? --> Für mich oder für ich?
Door jij of door jou? --> Durch du oder durch dich?
Om hij of om hem? --> Um er oder um ihn?
Je gebruikt de woorden mich, dich, ihn, uns, euch o.a. bij:
für, ohne, durch, um, bis, gegen
dit geintje doen de Duitsers niet alleen bij pers. voornaamwoorden
Ze doen dit ook bij lidwoorden!