Het geslacht van het zelfstandig naamwoord 10-12-2024

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak je spullen er alvast bij;
Wacht totdat de docent begint met de les.

Slide 1 - Slide

der Unterrichtsplan



- Die Hausaufgaben: Lektion 4: 14 (video)

Lektion 5: 3, 4, 5 (audio) kontrollieren

- Erklärung: das Geschlecht des Substantivs. ( het geslacht van het zelfstandig naamwoord)

Lektion 2:

Grammatik D – Het geslacht van het zelfstandig naamwoord: Opg.  8 t/m 10 + 12

- Evaluatie


















Slide 2 - Slide

die Lernziele:




- du kennst die Regeln des Geschlechts des Substantivs




Slide 3 - Slide




Lidwoorden: is een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
uitleg

Slide 4 - Slide

Aantekening
neem over 
in je schrift

Mannelijke woorden:
  • alle mannelijke personen/ dieren/ beroepen: der Lehrer
  • alle dagen van de week: der Montag
  • alle seizoenen: der Sommer
  • alle maanden: der Oktober
  • alle dagdelen:  der Abend
der Kater
uitleg
Het geslacht van het zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Slide


   Vrouwelijke woorden:
  • alle vrouwelijke personen, dieren en beroepen: die Oma, die Kuh ( let op vrouwelijke beroepen eindigen op - in) bijv. die Lehrerin
  • de meeste woorden op -e: die Adresse
  • alle woorden op -ung: die Zeitung
  • alle woorden op -schaft: die Freundschaft
  • alle woorden op -heit: die Freiheit
  • alle woorden op -keit: die Fröhlichkeit 
die Katze
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 6 - Slide

Onzijdige woorden:
  • alle verkleinwoordjes, op -chen: das Kaninchen
  • de meeste het-woorden: das Dorf 
das Buch
uitleg
Aantekening
neem over 
in je schrift

Slide 7 - Slide

Ken je alle ezelsbruggetjes? Neem ze nog één keer goed door en maak de volgende quizvragen. Succes!
uitleg

Slide 8 - Slide

zelfstandig naamwoord dat eindigt op -chen
1/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 9 - Quiz

seizoen
2/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 10 - Quiz

zelfstandig naamwoord dat eindigt op -schaft
3/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 11 - Quiz

vrouwelijk persoon
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quiz

dagen/maanden
6/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 13 - Quiz

het- woorden
8/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 14 - Quiz

zelfstandig naamwoord dat eindigt op -ung
7/8
A
der (m)
B
die (v)
C
das (o)

Slide 15 - Quiz

Panne
2/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
dag/maand/seizoen
C
het-woord
D
vrouwelijke uitgang

Slide 16 - Quiz

Wasser
3/8
vertaling
A
vrouwelijke uitgang
B
het-woord
C
biologisch man/vrouw
D
dag/maand/seizoen

Slide 17 - Quiz

Männlichkeit
4/8
vertaling
A
het-woord
B
biologisch man/vrouw
C
vrouwelijke uitgang
D
verkleinwoord

Slide 18 - Quiz

Wochenende
5/8
vertaling
A
dag/maand/seizoen
B
vrouwelijke uitgang
C
het-woord
D
verkleinwoord

Slide 19 - Quiz

En nu gaan we  testen of je de regels kunt het toepassen.......

Slide 20 - Slide

Polizistin
6/8
vertaling
A
verkleinwoord
B
biologisch man/vrouw
C
het-woord
D
dag/maand/seizoen

Slide 21 - Quiz

Mädchen
8/8
vertaling
A
het-woord
B
vrouwelijke uitgang
C
biologisch man/vrouw
D
verkleinwoord

Slide 22 - Quiz

Bestellung
1/8
A
der
B
die
C
das

Slide 23 - Quiz

Gesundheit
4/8
A
der
B
die
C
das

Slide 24 - Quiz

Aufgabe
6/8
A
der
B
die
C
das

Slide 25 - Quiz

Frühling
8/8
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quiz

Hausaufgaben: Lektion 2:
Grammatik D – Het geslacht van het zelfstandig naamwoord: Opg. 8 t/m 10 + 12 maken

leren woordjes Lernbox Lektion 3 
 
 

Slide 27 - Slide