-Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Lesdoelen:
Aan het einde van de les weet je;
- Hoe Duitse koningen minder machtig werden.
-Hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten meer macht kregen.
Slide 1 - Slide
Bekijk de uitleg in het filmpje op de volgende slide.
LET op! Dit is de uitleg die bij de les van 1H/V past. Jullie bekijken de uitleg en doorlopen daarna elke slide van de LessonUp.
Slide 2 - Slide
6.4: De macht van vorsten
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Investituurstrijd:
Betekenis: Strijd tussen kerk (paus) en staat (koning) over de benoeming van bisschoppen. Eindigde in 1122 met een overwinning voor de paus. De Duitse koning verloor hierdoor veel macht.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Begrip: Staatsvorming
Betekenis: als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd.
Met ambtenaren en een eigen leger waren vorsten minder afhankelijk van de hulp van leenmannen. Ook voerden koningen in deze tijd rechtbanken en wetten in voor het hele gebied, je had dus vanaf nu overal dezelfde wetten ipv. per gebied verschillende wetten en straffen.
Slide 13 - Slide
Begrip: Centralisatie
betekenis: als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd.
Vorsten gingen vanuit één plek hun gebied besturen, vaak bouwden ze in deze 'hoofdstad' een groot paleis.
Slide 14 - Slide
In de Nederlanden:
Nederland als land bestond nog niet in deze tijd. Nederland bestond uit verschillende gewesten.
In de tijd van steden en staten kregen de hertogen van Bourgondië steeds meer gebieden onder hun heerschappij door oorlog en huwelijken, erfenissen en oorlogen. Ook een groot deel van Nederland viel hier onder ( zie afbeeldingen op de volgende dia)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Filips de Goede
vanaf 1419 hertog en graaf van veel gewesten in de Nederlanden.
instelling van één rechtbank voor alle gewesten
instelling van belasting die betaald moest worden aan de centrale regering.
ambtenaren voor taken in het bestuur en de rechtspraak.