V4 H2.1 5-10-2021

Welkom :)
Ga rustig zitten en lees alvast paragraaf 6 (relatieve snelheid)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom :)
Ga rustig zitten en lees alvast paragraaf 6 (relatieve snelheid)

Slide 1 - Slide

Vorige keer:
lesdoel
verplaatsing bepalen uit snelheidsgrafiek met de oppervlaktemethode

Slide 2 - Slide

Vandaag:
lesdoelen
je kent de formules en weet wanneer ze gelden voor:
1. eenparige beweging
2. gemiddelde snelheid

je kan werken met relatieve snelheid

Slide 3 - Slide

Vandaag:
  • Werkvorm: eerst theorie (klassikaal, aantekeningen!) max 10 min. Dan opdrachten maken. Werkvorm... 
  • Huiswerk
  • Eerst: waarom [onderwerp]?

Slide 4 - Slide

Waarom formules?

Slide 5 - Slide

Waarom formules?

Formule = taal van de natuurkunde!

Slide 6 - Slide

Theorie
wat heb je aan een formule?

(op bord)
A = B * C

Slide 7 - Slide

Theorie
wat heb je aan een formule?

(op bord)
A = B * C

de eenheden van een formule passen altijd bij elkaar

Slide 8 - Slide

Overzicht formules H2.1
formule
toepassing
s = v * t
eenparig rechtlijnige beweging oftewel: constante snelheid
s = vgem * t
snelheid is niet constant, maar je weet wel de gemiddelde snelheid

Slide 9 - Slide

Overzicht formules H2.1
formule
toepassing
s = v * t
eenparig rechtlijnige beweging oftewel: constante snelheid
s = vgem * t
snelheid is niet constant, maar je weet wel de gemiddelde snelheid
vgem = Δx / Δt
gemiddelde snelheid berekening mbv verplaatsing en tijd
vgem = 1/2 * (vb + veind)
gemiddelde snelheid berekenen mbv begin- en eindsnelheid

Slide 10 - Slide

opdracht: koppel de formule aan de beschrijving!
1: eenparig rechtlijnige beweging
2. de snelheid is niet constant, wat is s?
3. een auto versneld uit stilstand naar 100 km/h. wat is de gemiddelde snelheid?
s = v * t
s = vgem * t
vgem = Δx / Δt
vgem = 1/2 * (vb + veind)

Slide 11 - Drag question

Theorie: relatieve snelheid
  • Wanneer je snelheid bekijkt vanuit een punt dat óók beweegt
  • Tegengestelde richting: snelheden bij elkaar optellen
  • Dezelfde richting: snelheden van elkaar aftrekken

Slide 12 - Slide

auto A rijdt 20 m/s en auto B rijdt 30 m/s. B ligt 500 meter achter op A. Na hoeveel tijd haalt B auto A in?
A
25 s
B
50
C
10 s
D
50 s

Slide 13 - Quiz

auto A rijdt 20 m/s en auto B rijdt 30 m/s. B ligt 500 meter achter op A. Na hoeveel afstand haalt B auto A in?
A
1500 m
B
2500 m
C
1000 m
D
500 m

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Maak: opdrachten 7, 9, 11
Werkvorm: zelfstandig, 15 min
Klaar? 

Slide 15 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 16 - Slide

Vooruitblik 2e uur
lesdoelen
eenparig versnelde beweging
gemiddelde versnelling

Slide 17 - Slide

Klaar?
opgave 13 klassikaal

Slide 18 - Slide