Herstvakantie
Schrijf de verhouding op van 6 appels en 36 druiven.
A
6 op 36
B
366
C
1 op 6
D
61
1 / 13
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Schrijf de verhouding op van 6 appels en 36 druiven.
A
6 op 36
B
366
C
1 op 6
D
61
Slide 1 - Quiz
Als ik procenten uitreken is dat altijd een deel van
A
10
B
20
C
100
D
1000
Slide 2 - Quiz
Als ik het VERSCHIL van twee getallen wil weten dan moet ik
A
optellen
B
aftrekken
C
breuken
D
delen
Slide 3 - Quiz
Vereenvoudig de verhouding van 15 vrachtwagens en 75 auto's
Slide 4 - Open question
De euro is vanaf welk jaar het Europees betaalmiddel geworden?
A
2000
B
2004
C
2003
D
2002
Slide 5 - Quiz
Hoe noem het wiskundig figuur dat de vorm heeft van een dobbelsteen?
Slide 6 - Open question
Het PRODUCT van twee getallen betekent dat je ze moet
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
delen
D
vereenvoudigen
Slide 7 - Quiz
Als de verhouding van jongens en meisjes 2 op 5 is en er zijn 30 meisjes. Hoeveel jongens zijn er dan?
A
15
B
12
C
6
D
20
Slide 8 - Quiz
Welk land wordt bij het WK in Qatar bij de mannen wereldkampioen voetbal?
Slide 9 - Open question
Welk land wordt in Australië en Nieuw-Zeeland bij de vrouwen wereldkampioen voetballen?
Slide 10 - Open question
Ik koop twee overhemden van € 14,50. Ik betaal met € 50,00. Hoeveel geld krijg ik terug?
Wat is de juiste berekening?
Wat is de juiste berekening?
A
14,50 + 14,50 = 28,00.
Ik krijg € 22, 00 terug.
B
50-28=22 terug
C
2 x 14,50 = 28
50,00 - 28,00 = 22,00
D
2 x 14,50 = 28,00
50,00 - 28, 00 = € 22, 00
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Wat ga jij na de vakantie doen bij de rekenles?
Het gaat goed, ik ga op dezelfde manier verder
Ik ga harder werken in de les want het moet beter gaan
Ik ga beter nakijken want ik maak nog foutjes omdat ik dat niet doe
Ik vraag om een ander boek want ik haal hoge cijfers
Ik wil ook Nederlands oefenen met wiskunde opdrachten
Ik weet het nog niet, eerst vakantie vieren
