Thema 2 decimalen en verhoudingen

Thema 2: REKENEN
3.10 Decimale getallen

3.11 Afronden

3.12 t/m 3.14 Verhoudingen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2: REKENEN
3.10 Decimale getallen

3.11 Afronden

3.12 t/m 3.14 Verhoudingen

Slide 1 - Slide

Decimale getallen
- ken de repeterende breuken
- ken de veelgebruikte getallen
- kan een decimaal getal omzetten naar een breuk en andersom

Slide 2 - Slide

Waarom 1/3 niet hetzelfde is als 0,33
31×3=1
0,33×3=0,99

Slide 3 - Slide

van decimaal naar breuk
0,546

Slide 4 - Slide

Afronden
Afronden op helen: 
3,4 wordt 3
3,5 wordt 4
3,45 wordt....?

Slide 5 - Slide

Afronden
Afronden op drie decimalen 
3,4857 wordt 3,486
112,14982706 wordt 112,150
8,9999999 wordt....?

Slide 6 - Slide

Rond af op twee decimalen:
1,49489
A
1,5
B
1,50
C
1,49
D
1,495

Slide 7 - Quiz

Rond af op helen:
9,501
A
10
B
10,0
C
9,5
D
9

Slide 8 - Quiz

Verhoudingen
In onze klas zitten veertien meisjes en twaalf jongens. 

De verhouding noemer we dan 14:12
Dat spreek je uit als veertien staat tot  twaalf
Net als breuken moet je verhoudingen vereenvoudigen
Dus de verhouding meisjes staat tot jongens is 7:6

Slide 9 - Slide

In een klas zitten 15 jongens en 10 meisjes. Wat is de verhouding jongens staat tot meisjes?
A
15:10
B
3:2
C
15:25
D
3:5

Slide 10 - Quiz

boter
bloem
suiker
koekjes
Recept voor kerstkransjes (voor 24 stuks)
200 gram bloem
100 gram suiker
75 gram boter

Slide 11 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel
leerlingen
8
1152
pakken chocomel
1
?

Slide 12 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel
kerstkransjes
24
1152
bloem
200
?

Slide 13 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel
kerstkransjes
1200
76
procenten
100
?

Slide 14 - Slide

Rekenen met een verhoudingstabel
kerstkransjes
1200
?
procenten
100
17

Slide 15 - Slide

Regels verhoudingstabel
  • Tekenen met potlood en geodriehoek
  • In de eerste kolom schrijf je waar de tabel over gaat
  • Reken via 1
  • De 1 komt tussen de twee ingevulde hokjes in te staan
  • Het andere middelste hokje vullen we niet in
  • Onder de tabel schrijf je de berekening en het antwoord op de vraag

Slide 16 - Slide