Onvoltooid deelwoord, voltooid deelwoord en Engelse werkwoorden.

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling (H. 28 en H. 29)
Eerste uur:
- uitleg over voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord en Engelse werkwoorden. 

Tweede uur:
- zelf oefenen in Numo

Slide 2 - Slide

De rennende man had de bus helaas niet meer gehaald. Wat is de persoonsvorm?
A
rennende
B
had
C
gehaald

Slide 3 - Quiz

In sprookjes gebeurt dat nooit. Gebeurt is een?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 4 - Quiz

Zijn we nou de parasol vergeten mee te nemen? Vergeten is een:
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord

Slide 5 - Quiz

Ze hebben de hele vloer ......
A
geschrobt
B
geschrobd

Slide 6 - Quiz

Onvoltooid deelwoord
Een handeling is bezig

Fluitend wonnen ze de wedstrijd.
Hij liep lachend de trap af. 

Eindigt altijd op een -d


Slide 7 - Slide

Maak opdracht 6 (blz. 116). 

Overleg alleen fluisterend met diegene naast je. 
timer
8:00

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Engelse werkwoorden
Worden vervoegd volgens de Nederlandse spellingsregels. 

Slide 10 - Slide

Maak opdracht 9 en 10 (blz. 121). 

Wat niet af is, is huiswerk. 

Slide 11 - Slide

Ga naar Numo. 

Maak de taak persoonsvorm in de verleden tijd en tegenwoordige tijd af. 

Maak daarna de taak voltooid deelwoord. 

Slide 12 - Slide