H1 / HV1_Werkwoordspelling uitleg n.a.v. proeftoets
Proeftoets werkwoordspelling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Items in this lesson
Proeftoets werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Hoofdstukken ww spelling
- H1 persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)
- H2 verleden tijd van zwakke werkwoorden
- H3 verleden tijd van sterke werkwoorden
- H4 voltooid en onvoltooid deelwoord (vd en od)
- H5 voltooide en onvoltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord (bn)
Slide 2 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
De rennende (bn) harlopers.
De - door hem - gerende (bn) marathon.
Slide 3 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
De <ontroeren> man <barsten> gisteren in huilen uit.
Slide 4 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
De ontroerde man barstte gisteren in huilen uit.
Slide 5 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
<Glimlachen> keek mijn oom mij aan, toen ik een heel sterk verhaal <vertellen> .
Slide 6 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
Glimlachend keek mijn oom mij aan, toen ik een heel sterk verhaal vertelde .
Slide 7 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
Ik <hebben> vorig jaar veel <voetballen>, maar nu <zijn> ik <blesseren>.
Slide 8 - Slide
Neem de werkwoorden tussen haakjes over en noteer de vorm.
- persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt) ik ren
- persoonsvorm verleden tijd (pvvt) ik rende
- het voltooid deelwoord (vd) ik heb gerend
- het onvoltooid deelwoord (od) rennend
- het bijvoeglijk naamwoord (bn) rennende / gerende
Ik heb vorig jaar veel gevoetbald, maar nu ben ik geblesseerd.
Slide 9 - Slide
Aan de slag
Proeftoets inleveren >
Kayne, Stella, Ravi, Berk, Lente
Proeftoets verbeteren + opnieuw inleveren >Jasper, Len, Sophia, Dean, Ruben, Meri, Hugo, Philip, Bodie,Freek, Francoise, Stijn, Nik
Klaar?
Kies een deeltoets (zie Magister - huiswerk van vandaag). Maak een deeltoets en sla deze op in je mapje Nederlands (OneDrive).
Klaar? Ga lezen in je leesboek.
Slide 10 - Slide
Aan de slag
Proeftoets inleveren > Rahil, Gamal
Proeftoets verbeteren + opnieuw inleveren >
Alle leerlingen
Klaar?
Kies een deeltoets (zie Magister - huiswerk van vandaag). Maak een deeltoets en sla deze op in je mapje Nederlands (OneDrive).
Klaar?
Ga lezen in je leesboek.
