4de naamval - les 2 gym

Programm am Montag, 23. Mai 2022 W21
  1. Wiederholung: 4de naamval met voorzetsel
  2. 4de naamval zonder voorzetsel
  3. Wochenaufgabe

Lesdoel:
Ik kan tijdens de instructie mijn voorkennis van andere talen gebruiken om de grammatica uitleg over naamvallen in het Duits te begrijpen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Programm am Montag, 23. Mai 2022 W21
  1. Wiederholung: 4de naamval met voorzetsel
  2. 4de naamval zonder voorzetsel
  3. Wochenaufgabe

Lesdoel:
Ik kan tijdens de instructie mijn voorkennis van andere talen gebruiken om de grammatica uitleg over naamvallen in het Duits te begrijpen

Slide 1 - Slide

Für ... ist das Schnitzel?

Slide 2 - Open question

Mein Bruder hat es bestellt. Es ist für ...

Slide 3 - Open question

Ich bin Vegetarier. Das Gemüsecurry ist für ... .

Slide 4 - Open question

Das Mädchen ist sehr nett. Wir haben nichts .... sie.
A
zu
B
durch
C
gegen

Slide 5 - Quiz

Ich mag meinen Hund und kümmere mich gerne .... ihn.
A
bis
B
um
C
für

Slide 6 - Quiz

.... dich ist das Leben langweilig.
A
Ohne
B
Mit
C
Gegen

Slide 7 - Quiz

4de naamval (Akkusativ)
- na voorzetsels zoals für, gegen, ohne, um, bis, durch
- na keuzevoorzetsels: Ich gehe in den Keller.
- bij het lijdend voorwerp: Ich bestelle eine Pizza.

Slide 8 - Slide

4de naamval zonder voorzetsel
Ik zie hem elke dag op school.
I see him every day at school.
Je le vois tous les jours à l'école.
Ich sehe ihn jeden Tag in der Schule.

Slide 9 - Slide

Arbeitsblatt: 1. und 4. Fall
Mache die Aufgaben alleine oder zu zweit.

Slide 10 - Slide

Persoonlijke vnw.:
1                          4 
ik - ich               mij - mich
jij - du                jou - dich
hij - er               hem - ihn
zij - sie               haar - sie
het - es              het - es
wij - wir             ons - uns
jullie - ihr          jullie - euch
zij/u - sie/Sie    sie/Sie - hen / u


Voorzetsels:

durch 
ohne
gegen
für
um
bis

DOGFUB

Slide 11 - Slide

Schrijf een Duitse zin op met een persoonlijk voornaamwoord in de 4de naamval.

Slide 12 - Open question

Wochenaufgabe W 21:
  • Neue Kontakte online: Kapitel 9 - E (Aufgaben 20 bis 27)
  • Sprechen: Ein Geschenk für dich




Slide 13 - Slide