29 deel 2

SPQR Les 29 deel 2
de toekomst van ... eh ... in het Latijn
1 / 32
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

SPQR Les 29 deel 2
de toekomst van ... eh ... in het Latijn

Slide 1 - Slide

Een infinitivus perfectum in de ACI in combinatie met een PV in de verleden tijd vertaal je ...
A
als een tegenwoordige tijd
B
als een pqp (had/was)
C
als een perfectum
D
als een verleden tijd

Slide 2 - Quiz

Waar denk je aan bij
de toekomende tijd?

Slide 3 - Mind map

Maak in het Nederlands een zin in de toekomende tijd / over de toekomst.

Slide 4 - Mind map

Uitleg futurum en futurum exactum
Klik hier voor het filmpje met de uitleg.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

HB blz. 155

Slide 9 - Slide

Maak een persoonsvorm in het futurum.
Persoon en getal zijn gegeven.

Slide 10 - Slide

habitare (1 ev)

Slide 11 - Open question

dormire (3 mv)

Slide 12 - Open question

dividere (2 mv)

Slide 13 - Open question

audēre (2 ev)

Slide 14 - Open question

Hoe maak je ook alweer de perfectumstam?
a-stammen > vocare > vocav-
e-stammen > terrere > terru-
i-stammen > audire > audiv-
mk-stammen > onregelmatig!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Maak een persoonsvorm in het futurum exactum.
Persoon en getal zijn gegeven.

Slide 17 - Slide

capere (2 ev)

Slide 18 - Open question

dubitare (2 mv)

Slide 19 - Open question

retinēre (3 ev)

Slide 20 - Open question

regere (3 mv)

Slide 21 - Open question

werkwoord esse (zijn)
  • het futurum van esse is gelijk aan de uitgangen van het futurum exactum
  • het futurum exactum van esse is regelmatig: wat was ook alweer de perfectumstam van esse?

Slide 22 - Slide

Wat is "ik zal zijn" in het Latijn?

Slide 23 - Open question

Wat is "Het zal zijn geweest" in het Latijn?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Puella laeta erit, si amicus donum emerit.

Slide 26 - Open question

Si discipulus mandatum bene perfecerit, grammaticus (= leraar) eum laudabit.

Slide 27 - Open question

Het meisje zal blij zijn (futurum), als haar vriend haar een geschenk zal hebben gegeven (futurum exactum).
Als de leerling de opdracht goed zal hebben voltooid (futurum exactum), zal de leraar hem prijzen (futurum).

Slide 28 - Slide

bo
bis
bit
bimus
bitis
bunt
futurum > "zullen"
futurum exactum > "zullen hebben / zijn + voltooid deelwoord"

Slide 29 - Slide


Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 30 - Open question


Schrijf 2 dingen op die je nog wilt leren over dit onderwerp.

Slide 31 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 32 - Open question