mentorles 5 -eerste PW + leren leren & diverse mededelingen

planning=
  1. vragen/opmerkingen?
  2. investuren bezocht?
  3. Andere dagen komende weken
  4. iets klassikaal doen
  5. komende toetsen
  6. leren leren 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
StudielessenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 69 min

Items in this lesson

planning=
  1. vragen/opmerkingen?
  2. investuren bezocht?
  3. Andere dagen komende weken
  4. iets klassikaal doen
  5. komende toetsen
  6. leren leren 

Slide 1 - Slide

Nog iets te vragen/op te merken aan mij als mentor?
 
Mag ook na de les als je dat liever hebt. 


Slide 2 - Slide

Investuur


  • als je de stof moeilijk vindt
  • als je liever op school werkt dan thuis 
  • als je zelf je huiswerk niet gemaakt krijgt
  • als je een les gemist hebt en weet of merkt dat je zonder de uitleg niet verder komt
  • als je hulp nodig hebt met opdrachten/verslagen, etc.
  • als je meer wilt weten over een onderwerp dan in de les verteld werd
  • als je vakdocent merkt dat je meer moet investeren om op niveau te blijven
  • als je mentor merkt dat je meer moet investeren om op niveau te blijven

Slide 3 - Slide

Over 2 weken, 
op donderdag 26 september, 
is er geen enkele les, 
dus die dag ben je vrij. 




(al het personeel van het Newmancollege heeft dan studiedag)

Slide 4 - Slide

klassenuitje?
  • Donderdag 3 oktober om 15:00uur?
  • In Breda - niet te ver fietsen vanuit het Newmancollege?
  • duurt een uurtje?
  • Bouncevalley?

Slide 5 - Slide

Volgende week vrijdag hebben jullie je eerste proefwerk (Nederlands)
Om te zorgen dat je weet hoe je goed en op tijd moet leren (plannen) ga ik vandaag leren leren uitleggen als extra ondersteuning.

We kijken eerst eens wat er in magister staat bij die toets. 

Slide 6 - Slide

Leren leren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Je brein is een supercomputer.
Alleen kun jij nog meer:
... je hebt gevoelens.
... je kan goed en kwaad onderscheiden.
... je kan kiezen wat je traint.

Je brein moet je trainen.
Hiervoor moet je brein ook tot rust kunnen komen.







Wat je oefent, groeit.....



Wat je niet gebruikt, wordt gesnoeid......

Slide 9 - Slide

slaaptips
* op vaste tijden gaan slapen en opstaan
* een stille, donkere, goed geventileerde kamer 
* 30 minuten voor je gaat slapen stoppen met alle schermen.
* voldoende blootstelling aan daglicht overdag: naar buiten!
* voldoende beweging: sporten of wandelen!

Slide 10 - Slide

Lezen is niet actief leren!
Wat is wel actief leren?
  1. samenvatten 
  2. ezelsbruggetjes verzinnen
  3. opdrachten maken
  4. vragen stellen
  5. uitleggen
  6. testen

Slide 11 - Slide

Je onthoudt...
10% van wat je leest 
20% van wat je hoort 
30% van wat je ziet 

50% van wat je hoort én ziet 
70% van wat je met anderen bespreekt
 80% van wat je evalueert en nabespreekt

 90% van wat je uitlegt aan anderen

Slide 12 - Slide

Hoeveel kan jouw brein aan?
  • Je hersenen kunnen maar 1 ding tegelijkertijd.
  • Door afleiding minder goede concentratie.
  • Waar was ik gebleven? Wat was ik aan het doen? 
  • Langer bezig met school.
  • Dus..... 
  • Leg de mobiel weg.
  • Rustige studeerplek.

Slide 13 - Slide

Huiswerk maken en leren
  • Eerst ontspannen na thuiskomen.
  • Controleer wat je moet doen in weektakenoverzicht.
  • Wat is het belangrijkst? >> moet eerst gedaan worden
  • Wat heeft minder haast?
  • Leerwerk en huiswerk afwisselen.
  • Klaar? Afvinken in je weektakenoverzicht.

Slide 14 - Slide

Tips leren
  • Leerwerk opdelen in 20 min. (verspreiden over meerdere dagen).
  • Markeer wat belangrijks is in schrift of boek.
  • Maak een samenvatting  (woordweb).
  • Overhoren (door iemand of door jezelf)
  • Herhaal je leerwerk op verschillende dagen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

HERHALING!!!!!!!!!!!

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

mind map maken 7 stappen
1. Zet het onderwerp in het midden.
2. Verschillende takken maken
3. Zet de deelonderwerpen (als het lukt met de klok mee) om het onderwerp.
4. Kleur de takken allemaal met een andere kleur.
5. Liefst één woord per tak, sleutelwoord; betekenis er onder
6. In het midden globale info, buiten aan specifieke info
7 werk met tekeningen, plaatjes, symbolen

Slide 21 - Slide

Samenvatting
De meest gebruikte techniek voor het leren van een lap tekst is het maken van een samenvatting.
In een samenvatting staan alle belangrijke dingen uit de tekst, zonder alle overbodige informatie.

Een samenvatting kost vaak wel veel tijd, dus begin op tijd met het maken hiervan of kies een andere manier van leren. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Stappenplan
  1. Bekijk de tekst: wat valt je op?
  2. Zoek uit waar de tekst over gaat. Dit is het onderwerp.
  3. Zoek de belangrijkste informatie. Die kan je meestal vinden in de eerste, tweede of laatste zin van elke alinea. Of gebruik signaalwoorden. Markeer deze info.
  4. Maak je samenvatting in eigen woorden.
  5. Schrijf definities letterlijk op.
  6. Lees je samenvatting kritisch door, en controleer of deze alle belangrijke informatie bevat.
  7. Gebruik ook plaatjes tekeningen.

Slide 24 - Slide

begrippenlijst maken

Slide 25 - Slide

Een begrippenlijst is een verzameling van alle belangrijke begrippen uit een
tekst. Belangrijk hierbij is dat je bij elk begrip een uitleg geeft.
Wat betekent het woord of begrip precies? Welke woorden zet je in een
begrippenlijst? Vaak zijn dat de woorden die in het boek dikgedrukt zijn of een
bepaalde kleur hebben.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Kaartjesmethode

Slide 28 - Slide

Wanneer je woordjes leert met een langere betekenis, zoals bij Nederlands woordenschat, kan het handig zijn de kaartjesmethode te gebruiken.
Je maakt kaartje ongeveer zo groot als een pasje. Aan de ene kant schrijf je het woord of begrip dat je moet leren. Aan de andere kant de betekenis.
Maak een stapeltje van de kaartjes en leg alle woorden of begrippen naar boven of juist alle betekenissen. Ga alle kaartjes langs en probeer op te noemen wat eraan de andere kant staat.
Ook hier geldt: deel het op in stukjes en herhaal zo vaak mogelijk, op
verschillende dagen. De kaartjesmethode kan je ook gebruiken om stappen of gebeurtenissen in de juiste volgorde te leggen. 

Slide 29 - Slide

Alternatieven (bij kaartjesmethode)
Bij het leren voor Franse, Engelse of Duitse woordjes kan het handig zijn
vrouwelijke, mannelijke en bij Duits onzijdige woordjes een verschillende
kleur kaart te geven (roze, blauw, wit). Zo zie je al aan de kleur van het kaartje of
je bij Frans bijvoorbeeld Le of La moet gebruiken.
Schrijf bij topografie aan één kant het nummertje op de kaart en aan de andere kant de bijbehorende stad, rivier etc.

Slide 30 - Slide

Succes met leren leren!

Slide 31 - Slide

3 losse gesprekjes voor:
1 = Tijn
2 = Finn
3 = Desmond

Klas stoel OP TAFEL ZETTEN en naar de aula´s.

Slide 32 - Slide