4.3

• Middelbare school

Planning

Nakijken 4.2        

Introductie 4.3 

Aantekeningen 4.2 
Donderdag -> S.O. 4.2

Nakijken 4.2

Opdr. 5 t/m 10 + 12

Bladzijde 16-19

Lezen 4.3

Bladzijde 20

Naar een andere soort samenleving

Landbouwstedelijke samenleving (3000 v.c-1800)

Mensen wonen
op het platteland
->
Een deel woont in
steden.

Naar een ander soort samenleving

Industriele samenleving (1800-1900)

Meer dan de helft
van alle mensen
wonen in steden.
Industrie in belang-
rijk

Naar de stad

• 1750-1850: Industriële revolutie
  
  

Bevolkingsgroei 
-> vraag naar kleding neemt hierdoor 

Naar de stad

gevolgen van industrialisatie

• Landbouwstedelijke samenleving --> Industriële samenleving
• Dorpen en kleine steden --> grote fabrieksteden:  verstedelijking of  urbanisatie

Tijdvak: tijd van burgers en stoommachines

Urbanisatie of verstedelijking

= groei van steden. In de 19e eeuw groeien steden hard, omdat er steeds meer mensen naar de steden verhuizen voor werk.

0

4.3

Maken?
Opdr. 2abc, 3, 4, 5abc, 7, 9, 10ab 

Klaar? Atlas opdrachten 
2d, 5d, 6, 8, 10c, 12

of 

Vraag een blaadje. Maak 5 toetsvragen uit de leerstof 4.2.

Aantekeningen 4.2

Bestaat uit 8 dia's

Schrijf mee of maak de opdrachten van 4.3

Tijd van pruiken en Revoluties

1700-1800

Mensen gingen nadenken over gelijkheid van mensen

Op een katoenplantage

Slaven werken op de katoenplantage in het zuiden V.S.
Katoen -> kleding 

Slaven plukten katoen met de hand.
-> 'Cotton gin' (uitvinding)
Verbouwen katoen + slavernij werd weer winstgevend
Slavernij werd afgeschaft in 1865

Huisnijverheid 

Boerenfamilies deden in de winter thuiswerk voor extra geld. 

Mensen gebruikten natuur om apparaten te laten werken.
Energiebronnen (zoals wind of water)

Stoommachine

Water verwarmd met steenkool of hout.
Nieuwe energiebron

Stoommachines pasten niet in huis. 
Natuur niet meer belangrijk.

Werken

Machines zorgden voor een grote productie. 

Werknemers kregen lage lonen.

Klanten profiteren van lage prijzen.

Industriele revolutie

Veel mensen verhuizen van platteland naar stad 
-> voor werk

Kleine bedrijfjes sluiten, ze kunnen niet meer concurreren met de fabrieken (strijd om meer producten te verkopen)

Het leven veranderde voor veel mensen.

Afzetmarkten

Plaatsen waar de producten konden worden verkocht

Vervoer eerst over water met boten
-> Na 1800; treinen 
-> De klok en de tijd werd voor het eerst erg belangrijk. 

4.3

Maken?
Opdr. 2abc, 3, 4, 5abc, 7, 9, 10ab 

Klaar? Atlas opdrachten 
2d, 5d, 6, 8, 10c, 12

of 

Vraag een blaadje. Maak 5 toetsvragen uit de leerstof 4.2.

 Inplannen s.o. 3.4

Justin, Tim, Gaia

Wat geleerd?

Industriele samenleving ontstond

-> Steeds meer mensen gingen wonen in steden

-> Mensen gingen werken in fabrieken

Vakbonden zorgden voor betere omstandigheden voor arbeiders en kinderen