Herhaling H5 paragraaf 1 - 3

• BOA
• MBO
• Studiejaar 1

Het materieel strafrecht geeft onder meer antwoord op de vraag...

1. Welke bevoegdheden aan opsporingsambtenaren zijn toegekend
2. Wie als daders van een strafbaar feit kunnen worden gestraft
3. Welke rechtbank bevoegd is een zaak te berechten

De slotbepaling van het Eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht luidt: 'De bepalingen van de Titels I-VIIIA van dit Boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij andere wetten of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaalt.' Dit houdt onder andere in dat .........

1. Medeplichtigheid aan een overtreding door een lagere wetgeving strafbaar kan worden gesteld
2. Poging tot overtreding door een lagere wetgever niet strafbaar kan worden gesteld
3. De lagere wetgever deze bepalingen niet in acht hoeft te nemen

Kan in de APV een overtreding strafbaar worden gesteld?

1. Ja, maar alleen als die overtreding ook in het WvSR staat
2. Ja, want een gemeentelijke verordening is een wettelijk voorschrift
3. Nee, strafbare gedragingen staan alleen in het WvSR

Artikel 16 van de Grondwet bepaalt dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Wat betekent dit artikel?

1. De berechting van strafbare feiten kan uitsluitend plaatsvinden op grond van een voorafgaande wettelijke regeling in het WvSV
2. Gedragingen kunnen niet met terugwerkende kracht strafbaar worden gesteld
3. De strafwetgeving heeft geen terugwerkend kracht, tenzij de Staten-Generaal anders beslissen

Een groep Engelse voetbalsupporters wordt in Rotterdam aangehouden voor openlijke geweldpleging op de Coolsingel. Kunnen deze voetbalsupporters in Nederland strafrechtelijk worden vervolgd?

1. Ja, het Nederlandse strafrecht biedt die mogelijkheid
2. Ja, op voorwaarde dat de Engelse regering daarvoor toestemming geeft
3. Nee, op grond van het territorialiteitsbeginsel is dit uitgesloten

Onder het begrip strafbaar feit wordt verstaan .........

1. Een menselijke handeling, die onder een wettelijke delictsomschrijving valt, die wederrechtelijk is en waar iemand schuld aan heeft
2. Een menselijke gedraging, die gedekt wordt door een wettelijke delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en met opzet is gepleegd
3. Een wederrechtelijke menselijke gedraging, gedekt door een wettelijke delictsomschrijving, die aan schuld te wijten is

Wat betekent het begrip 'opzettelijk'?

1. Willens en wetens
2. Schuldig
3. Wederrechtelijk

1. Links = opzet Rechts = schuld
2. Links = schuld Rechts = schuld
3. Links = schuld Rechts = opzet
4. Links = opzet Rechts = opzet

Onder het begrip 'schuld in ruime zin' wordt begrepen...

1. Opzet
2. Schuld in enge zin
3. Zowel opzet als schuld in enge zin

In art. 310 staat: "Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt..." In deze delictsomschrijving vormen de woorden "enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort" ...

1. Een bestanddeel van de kwalificatie
2. Een bestanddeel van de sanctie
3. Een bestanddeel van de norm

Wat is een 'bestanddeel'?

1. Een onderdeel van een wettelijke delictsomschrijving
2. Een onderdeel van de kwalificatie van een wettelijke strafbepaling
3. Een onderdeel van de strafbeschikking

Ter aanhouding van een verdachte wiens opsporing, aanhouding en voorgeleiding door de officier van justitie wordt verzocht, betreedt een opsporingsambtenaar een besloten erf zonder toestemming van de rechthebbende. Op welke strafuitsluitingsgrond kan de opsporingsambtenaar zich beroepen?

1. Ongeschreven strafuitsluitingsgrond
2. Overmacht in ruime zin
3. Wettelijk voorschrift
4. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel

Het vermoeden bestaat dat een veehouder op zijn bedrijf verboden groeimiddelen voorhanden heeft, die hij gebruikt bij het fokken van kalveren. Teneinde een opsporingsonderzoek in te stellen en de verboden middelen in beslag te nemen, betreedt een buitengewoon opsporingsambtenaar het erf van de veehouder. Op het erf wordt de opsporingsambtenaar aangevallen door een bouvier. Deze hond, die het eigendom is van de veehouder, probeert de opsporingsambtenaar in de keel te bijten. De opsporingsambtenaar voelt zich ernstig bedreigd en is genoodzaakt de bouvier te doden. De hond werd niet door andere personen aangehitst. De opsporingsambtenaar maakt zich door het doden van de hond in principe schuldig aan een strafbaar feit. Op welke strafuitsluitingsgrond zou de buitengewoon opsporingsambtenaar bij de rechter met succes een beroep kunnen doen?

1. Noodweer-exces
2. Overmacht
3. Noodweer

In een zelfbedieningsrestaurant doet een man bij het afrekenen plotseling een greep in de kassa. De kassamedewerker bedenkt zich geen moment en slaat de lade van de kassa dicht. Hierdoor raakt de hand van de verdachte gekneusd. Na enige tijd doet de verdachte aangifte van mishandeling door de kassamedewerker. Welke strafuitsluitingsgrond zal de rechter waarschijnlijk bij de kassamedewerker van toepassing achten?

1. Wettelijk voorschrift
2. Noodweerexces
3. Noodweer

Een voorbijganger ziet op een warme dag een baby in een afgesloten auto zitten. De baby huilt en zweet hevig. De voorbijganger ziet niemand in de omgeving van de auto staan en aarzelt geen moment. Hij pakt een straatklinker en slaat daarmee een autoruit kapot. Hij opent het portier en haalt het kindje uit de auto. Daarna informeert hij de hulpdiensten en draagt de baby over aan het ambulancepersoneel. De eigenaar van de auto doet aangifte van vernieling tegen deze voorbijganger. Deze zal echter met succes een beroep kunnen doen op .......

1. Noodtoestand
2. Overmacht in enge zin
3. Wettelijk voorschrift

Huiswerk

- LEREN LEREN LEREN H4 + H5 T/M PARAGRAAF 3

- Morgen van 10.30 - 11.00 uur lesstoftoets 4 BOA onder leiding van mevrouw Martens

- Morgen van 11.00 - 12.30 + 13.00 - 14.00 uur ONLINE vanuit het lokaal BOA + SUB