Taalwerkplaats 17 oktober 2023
1 / 15
Lesson duration is: 15 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Welk woord past bij het plaatje?
A
de avocado
B
de astronaut
C
de asperge
D
de anjer
Slide 2 - Quiz
Vul aan: Ik woon op ....
A
het terrein
B
het platteland
C
het letsel
D
het motief
Slide 3 - Quiz
Vul aan: Mijn vriend woont in ...
A
het rijtjeshuis
B
de omheining
C
het centrum
D
de atlas
Slide 4 - Quiz
Wonen
Slide 5 - Mind map
Herken je deze bloem?
A
de ananas
B
de anemoon
C
de aalbes
D
het Amsterdammertje
Slide 6 - Quiz
Wat is dit?
A
het appartement
B
het portiek
C
de makelaar
D
de wig-wam
Slide 7 - Quiz
Dit zijn Suske en Wiske, dit is ...
A
bizar
B
het duo
C
de akkerwinde
D
de astronaut
Slide 8 - Quiz
Vul aan: De vader van mijn vriend is ...
A
de ambulance
B
de deurmat
C
de astronaut
D
de makelaar
Slide 9 - Quiz
Hoe heet dit beest?
A
de panda
B
het varken
C
de antilope
D
het aardvarken
Slide 10 - Quiz
Hij veegt zijn schoenen op .........
A
de drempel
B
de voordeur
C
de deurmat
D
het kozijn
Slide 11 - Quiz
Noem 3 woorden die passen bij huren
Slide 12 - Mind map
Om het sap uit de knoflook te krijgen, moet je 'm .......
A
snijden
B
pletten
C
drukken
D
hakken
Slide 13 - Quiz
Ik kan er niet langs. De weg is ......
A
belemmerd
B
bevraagd
C
bestaan
D
begonnen
Slide 14 - Quiz
Noem 2 woorden van voor de vakantie die je nog weet?
