K1 hs 1 TV herhaling werkwoorden en interpunctie

• Nederlands
• Middelbare school

Je herhaalt de volgende lesdoelen: 

Ik kan/weet  werkwoorden herkennen.

Ik kan/weet hoofdletters, punten, vraagtekens en uitroeptekens gebruiken. 

Theorie werkwoorden 

Een werkwoord is een woordsoort.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand kan doen of wat er gebeurt.

In een zin staat tenminste één werkwoord.

Er zijn werkwoorden met een onduidelijke betekenis zoals: hebben, zullen, kunnen, worden of zijn. 

Theorie werkwoorden 

Je kunt werkwoorden vervoegen.

Je geeft het dan verschillende werkwoordsvormen.

Winnen: win, wint, winnen en gewonnen.

Maken: maak, maakt, maken en gemaakt. 

In welke zin is voetbal het werkwoord?

1. Ik voetbal met mijn vrienden.
2. De voetbal ligt in de gracht.

In welke zin is dansen het werkwoord?

1. Bij die dansschool leer je verschillende dansen.
2. De bejaarden dansen heel de middag.

In welke zin is feest het werkwoord?

1. Mijn zus feest de hele nacht met haar vrienden.
2. Het feest begint pas om twee uur.

Hoeveel werkwoorden telt deze zin?

In de vakantie gingen we naar de Efteling.

1. 1
2. 2

Hoeveel werkwoorden telt deze zin?

Ik heb twee collega's gezien.

1. 1
2. 2

Hoeveel werkwoorden telt deze zin?

We hebben tien kilometer gefietst.

1. 1
2. 2

Hoofdletters en leestekens 

Je gebruikt een hoofdletter bij:

Aan het begin van een zin: Het was heel erg leuk.

bij namen: Thijs, Munnikenheide College, Zeeland, Amsterdam en Plopsaland. 

Let op: maanden (december), dagen (maandag) en windstreken (noorden) schrijf je met een kleine letter. 

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

1. etten-leur
2. maandag
3. paaseitjes
4. auto

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

1. rechts
2. zomer
3. yvonne
4. koffie

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

1. telefoon
2. vrijdag
3. noorden
4. kerstmis

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Zullen we morgen gaan fietsen

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Dat is een goed plan

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

De eerste studiedag is op een dinsdag

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Met mijn vriendinnen klets ik elke dag bij

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Vind je die vraag moeilijk

1. .
2. ?
3. !

Welk leesteken hoort aan het einde van de zin?

Doe dat nou eens niet

1. .
2. ?
3. !