5.6 hww, zww, kww

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • leesboek
  • agenda

Slide 1 - Slide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • Terugblik woordsoorten 
  • hww, zww, kww
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Slide

Huiswerk
Donderdag 16 november:
C5, P6: opdr. 1, 2, 4, 5B



Slide 4 - Slide

woordsoorten klas 1
  • lidwoord (lw): bepaald (blw) en onbepaald lidwoord (olw)
  • zelfstandig naamwoord (zn)
  • bijvoeglijk naamwoord (bn) + stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
  • zelfstandig werkwoord (zww) en hulpwerkwoord (hww)
  • persoonlijk (pers. vnw.) en bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw.)
  • voorzetsel (vz)
  • bijwoord (bw)

timer
1:00

Slide 5 - Slide

Benoem de onderstreepte woordsoorten in onderstaande zin:

Heeft die gymleraar het basketbalteam van jullie grote klas samengesteld?

Slide 6 - Open question

Noteer van onderstaande zinnen de hulpwerkwoorden.

1. Je schijnt best aardig te verdienen.
2. Dat brutale antwoord had je niet mogen geven.
3. Heb je genoeg kunnen sparen voor je reisje naar Athene?

Slide 7 - Open question

Hoe weet je dat dit hulpwerkwoorden zijn?

1. Je SCHIJNT best aardig te verdienen.
2. Dat brutale antwoord HAD je niet MOGEN geven.
3. HEB je genoeg KUNNEN sparen voor je reisje naar Athene?

Slide 8 - Open question

 H3 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
In zinnen staan werkwoorden. Er zijn drie soorten werkwoorden:

  • zelfstandig werkwoord (zww)
  • koppelwerkwoord (kww)
  • hulpwerkwoord (hww)

Slide 9 - Slide

 H3 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Zelfstandig werkwoord
  • een zin kan maar één zelfstandig werkwoord bevatten
  • als in een zin maar één werkwoord staat dan is dat werkwoord het zelfstandig werkwoord
  • als een zin meer werkwoorden bevat, staat het zelfstandig werkwoord vaak achter in de zin. 

In de zomer gaat Mae graag op vakantie.

Slide 10 - Slide

 H3 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Hulpwerkwoord
  • een zin meer werkwoorden bevat, dan bevat de zin naast een zelfstandig werkwoord ook één of meer hulpwerkwoorden. 

In de zomer wil Mae graag op vakantie gaan.

Slide 11 - Slide

 H3 Woordsoorten - ZWW, KWW, HWW
Koppelwerkwoord
  • zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
  • een zin bevat een zelfstandig werkwoord óf een koppelwerkwoord. 
  • als er meer werkwoorden zijn, staat het koppelwerkwoord vaak achter in de zin. 

Een horrorfilm is erg spannend.
Een horrorfilm kan echt spannend zijn.

Slide 12 - Slide

Is het onderstreepte werkwoord een koppelwerkwoord of een zelfstandig werkwoord.
Koppelwerkwoord 

Zelfstandig werkwoord

Ze is dierenarts geweest.
Gister heb ik op school de hele dag geleerd.
Lisa is vorig jaar tandarts geworden.

Slide 13 - Drag question

Morgen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd

Slide 14 - Drag question

Wat is het hulpwerkwoord in deze zin:

Gerjan schijnt volgend jaar keeper te willen blijven.
A
schijnt
B
willen
C
blijven

Slide 15 - Quiz

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 16 - Drag question

Wat voor werkwoord is 'worden' in deze zin:

Veel talen in de wereld worden met uitsterven bedreigd.
A
zelfstandig ww
B
hulp ww
C
koppel ww
D
geen werkwoord

Slide 17 - Quiz

Aan de slag!
Maak opdr. 1, 2, 4, en 5B Grammatica Woordsoorten
Open het online boek - Cursus 5 Grammatica - 6 WS Zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord 

De eerste tien minuten werk je zelfstandig in stilte. Daarna mag je zachtjes overleggen met degene naast je.

Klaar?
Kies uit: lezen in je leesboek, extra oefenen


timer
15:00

Slide 18 - Slide

Huiswerk
Donderdag 16 november:
C5, P6: opdr. 1, 2, 4, 5B



Slide 19 - Slide