What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3 U3 les 4
Salut H3!
Le 27 février , 2024
BIENVENUE
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Salut H3!
Le 27 février , 2024
BIENVENUE
Slide 1 - Slide
Lesdoelen/buts
-ik kan de vragen bij de luisteropdracht beantwoorden
- aan het eind van de les kan ik het persoonlijk voornaamwoord gebruikt als l.v. of m.v. vervangen in het Frans
Slide 2 - Slide
Qu'est -ce qu'on va faire?
test comprehension orale
apprendre 5: grammaire 2 (ex 16)
apprendre 6
Slide 3 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Slide 4 - Open question
Persoonlijk voornaamwoord
onderwerp
Slide 5 - Slide
persoonlijk voornaamwoord
als onderwerp
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Zij koopt een fiets
lijdend voorwerp is :
A
zij
B
koopt
C
een
D
een fiets
Slide 8 - Quiz
wat is het lijdend voorwerp:
je cherche l'hôtel
A
je
B
l'hôtel
C
cherche
Slide 9 - Quiz
Waar kun je een lijdend voorwerp door vervangen?
A
un, une, des
B
le, la, l', les
C
du, de la, de l', des
D
c'est
Slide 10 - Quiz
Waar staat het lijdend voorwerp goed
A
je les achète demain
B
les j'achète demain
C
j'achète les demain
D
j'achète demain les
Slide 11 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Je mange la pizza.
A
Je le mange
B
Je la mange
C
Je l' mange
D
Je les mange
Slide 12 - Quiz
Vervang het lijdend voorwerp:
Elle met le pantalon.
A
Elle le met
B
Elle la met
C
Elle l' met
D
Elle les met
Slide 13 - Quiz
In welke zin staat een meewerkend voorwerp?
A
Ik schrijf een boek
B
Ik schrijf een boek over de Franse taal
C
Ik geef het boek aan mijn leerlingen
D
Ik schrijf het boek voor de leerlingen.
Slide 14 - Quiz
Hoe herken je een meewerkend voorwerp in een Franse zin?
A
begint met du, de la, de l', des
B
begint met avec, pour
C
begint met à, au, à les
D
begint met à, au, aux
Slide 15 - Quiz
In welke zin staat een meewerkend voorwerp?
A
Il donne beaucoup d'argent.
B
Il donne de l'argent à Marc.
Slide 16 - Quiz
In welke zin staat een meewerkend voorwerp?
A
Le prof va leur parler.
B
Le prof va nous parler.
C
Le prof les parle.
D
Le prof va parler pendant le cours.
Slide 17 - Quiz
Wat is de plaats van het persoonlijk voornaamwoord in de zin bij meewerkend voorwerp?
A
achter het werkwoord
B
voor het persoonsvorm
C
voor het infinitief
D
achter in de zin
Slide 18 - Quiz
In welke zin staat het meewerkend voorwerp op de juiste plek?
A
Ils vont leur offrir un cadeau.
B
Ils leur vont offrir un cadeau.
C
Ils vont offrir leur un cadeau.
D
Ils vont offrir un cadeau leur.
Slide 19 - Quiz
het meewerkend voorwerp
Tu as répondu aux copains?
A
Je leurs ai répondu par courriel.
B
je leur ai répondu par courriel.
Slide 20 - Quiz
Het meewerkend voorwerp "lui"gebruik je alleen voor "hem"
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
les devoirs
- ler apprendre 5 en 6
- maken §3.5 ex 16 (in je boek)
timer
5:00
Slide 22 - Slide
More lessons like this
Le 20 avril
April 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3hv 25-01
August 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Les pronoms personnels
March 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
(H3C) persoonlijk voornaamwoord
April 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3H 25/01/23
January 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Le pronom personnel
January 2023
- Lesson with
24 slides
Français
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Vragend voornaamwoord
January 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Unité 6 - 3HV - cours 1/2/3
June 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2