Maandag 1 maart: start spelling hf. 4 & voorbereiden voor SO grammatica
Donderdag 4 maart:SO grammatica alles tot nu toe
Maandag 8 maart: spelling hf. 4 & voorbereiden voor PWW
Donderdag 11 maart: voorbereiden voor PWW
Dinsdag 16 maart: toets Nederlands proefwerkweek (PWW)
Leerstof: Woordenschat & Spelling hf. 1 t/m 4. (Woordenlijsten staan in SOM)
Slide 5 - Slide
Oefentoetsje grammatica
Zometeen maak je via Socrative een oefentoetsje. Zo ziet de SO van volgende week donderdag er ook ongeveer uit.
Vind je iets lastig en begrijp je het niet? Schrijf dat onderwerp dan op een blaadje. Na de toets vraag ik wat er nog moeilijk is zodat ik dat nog een keer kan uitleggen.
Slide 6 - Slide
Oefentoetsje grammatica
Ga naar Socrative
Roomname: MEVROUWKOONINGS
Gebruik je grammaticaboekje. Je mag ook dingen googlen!
Schrijf dingen op die je nog lastig vindt.
Klaar?
* Grammaticaboekje: ontleed van p. 36 zin 1 t/m 10 (2e deel bladzijde).
Persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, werkwoordsoorten (hww, zww, kww), lijdend voorwerp, naamwoordelijk deel. Geef ook de tijd van de zin aan.
* Lezen in je leesboek
Slide 7 - Slide
Wat vinden jullie nog lastig?
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
Grammaticaboekje: ontleed van p. 36 zin 1 t/m 10 (2e deel bladzijde).
Persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, werkwoordsoorten (hww, zww, kww), lijdend voorwerp, naamwoordelijk deel. Geef ook de tijd van de zin aan.
Klaar? Maak het huiswerk voor donderdag af of ga lekker lezen in je leesboek!
Slide 9 - Slide
Huiswerk & TaalVout
Grammaticaboekje: ontleed van p. 36 zin 1 t/m 10 (2e deel bladzijde).
Persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, werkwoordsoorten (hww, zww, kww), lijdend voorwerp, naamwoordelijk deel. Geef ook de tijd van de zin aan.
Woordenschat hf. 4: maken opdracht 3 (p. 145 & 146)
Slide 10 - Slide
Stappenplan Werkwoordsoorten
Wat is het belangrijkste werkwoord in de zin? Welke kun je niet weglaten?
De rest van de werkwoorden zijn hulpwerkwoorden.
Is het belangrijkste werkwoord een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord?
Koppelwerkwoorden: zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, dunken, voorkomen. (LET OP: onderwerp is iets! Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp.)
HWW ZWW
Het bekijken van de film | begint| op den duur| te vervelen.
HWW KWW
In Antartica | kan | de temperatuur | erg laag | worden.
Lesson duration is: 30 min
