Leesvaardigheid_tekstverbanden_havo4

Tekstverbanden
Tekstverbanden geven het verband aan in een tekst. Dit gebeurt met behulp van signaalwoorden. Het tekstverband kun je dus herkennen aan de signaalwoorden.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Tekstverbanden
Tekstverbanden geven het verband aan in een tekst. Dit gebeurt met behulp van signaalwoorden. Het tekstverband kun je dus herkennen aan de signaalwoorden.

Slide 1 - Slide

Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt [en] hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.
'en' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
samenvattend signaalwoord

Slide 2 - Quiz

Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, [maar] de nepsite is nog in de lucht.

'maar' is een...
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
samenvattend signaalwoord

Slide 3 - Quiz

Te mooi om waar te zijn, [want] op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening.

' want' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord

Slide 4 - Quiz

Ook wordt er geen beveiligde verbinding gebruikt tijdens het bestellen.

' Ook' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord

Slide 5 - Quiz

Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.

' maar' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord

Slide 6 - Quiz

Het bestelproces wijkt dus af van de echte procedure van de Dixons-site, maar oogt desondanks geloofwaardig.

' desondanks' is een
A
redengevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
oorzakelijk signaalwoord

Slide 7 - Quiz

Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.

'zo' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
toelichtend signaalwoord

Slide 8 - Quiz

Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, [in plaats van] de gebruikelijke 600 tot 700 euro.

'in plaats van' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
toelichtend signaalwoord

Slide 9 - Quiz

Tweakers zocht uit dat de site staat geregistreerd op een Spaanse naam en een Amerikaans adres in Miami, [maar] mogelijk heeft de oplichter valse gegevens opgegeven.

'maar' is een
A
voorbeeldgevend signaalwoord
B
opsommend signaalwoord
C
tegenstellend signaalwoord
D
toelichtend signaalwoord

Slide 10 - Quiz

Ik heb les tot twee uur. Bovendien heb ik training van handbal en moet ik ook nog huiswerk maken.
A
conclusie
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 11 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.
Voorbeeld
Tegenstelling
Oorzaak gevolg
Chronologie
daardoor
maar
neem nou
Hoewel
Eerst
onder andere
doordat
dat kwam door
Vroeger
echter

Slide 12 - Drag question

Ik studeer elke avond ontzettend hard [om] beter voorbereid [te] zijn op het eindexamen.
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
uitspraak-voorbeeld

Slide 13 - Quiz