14 maart

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Vragen Taaloefening C en  Caesar als schrijver en Veldheer

1 / 28
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Vragen Taaloefening C en  Caesar als schrijver en Veldheer

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica en/of taaloefening c en/of Caesar als Veldheer?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Erat una cum ceteris Dumnorix Haeduus, de quo ante ab nobis dictum est.

Slide 5 - Open question

Hunc secum habere in primis constituerat,

Slide 6 - Open question

quod eum cupidum rerum novarum, cupidum imperi, magni animi, magnae inter Gallos auctoritatis cognoverat.

Slide 7 - Open question

Accedebat huc quod in concilio
Haeduorum Dumnorix dixerat sibi a Caesare regnum civitatis deferri;

Slide 8 - Open question

quod dictum Haedui graviter ferebant,

Slide 9 - Open question

neque recusandi aut deprecandi causa legatos ad Caesarem mittere audebant.


Slide 10 - Open question

Id factum ex suis hospitibus Caesar cognoverat.

Slide 11 - Open question

Ille omnibus primo precibus petere contendit ut in Gallia
relinqueretur,

Slide 12 - Open question

partim quod, insuetus navigandi, mare timeret,
partim quod religionibus impediri sese diceret.

Slide 13 - Open question

Postquam id obstinate sibi negari vidit,

Slide 14 - Open question

omni spe impetrandi adempta,

Slide 15 - Open question

principes Galliae sollicitare, sevocare singulos hortarique coepit ut in continenti remanerent;

Slide 16 - Open question

metu territare:

Slide 17 - Open question

non sine causa fieri, ut Gallia omni nobilitate spoliaretur;

Slide 18 - Open question

id esse consilium Caesaris,

Slide 19 - Open question

ut, quos in conspectu Galliae interficere vereretur, hos omnes in Britanniam traductos necaret.

Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


Slide 23 - Open question


Slide 24 - Open question


Slide 25 - Open question


Slide 26 - Open question

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 27 - Slide

Aan het werk. 
  • Leer de woorden en grammatica t/m 22A.
  • Kleur 22B,  t/m 8. 
  • Vertaal 22B, 1 t/m 4

Dit is ook huiswerk.

Slide 28 - Slide