Gerund or infinitive 2024

Gerund or infinitive?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Gerund or infinitive?

Slide 1 - Slide

Grammar reference: p. 64-65
This is also part of the grammar test in March. I explained this topic last week

Do you remember where to find everything on Teams? (all the topics are in the 'grammar' folder)

Slide 2 - Slide

Gerund
De "gerund" is een vorm van het werkwoord (stam + ing) die gebruikt wordt als zelfstandig naamwoord.
Deze wordt gebruikt:

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je de Gerund?
a Als onderwerp:   Swimming is fun
b Na voorzetsels (about, in, off, at, of, without, by, before):
   He left without paying
c Na bepaalde uitdrukkingen (it's no use, it's no good, can't help, can’t stand)
   It's no use arguing with him.
d Na allerlei werkwoorden, bv:  avoid, give up, go on, mind, fancy, finish, quit, suggest.  
    Do you fancy going to the seaside today?

Slide 4 - Slide

Je gebruikt de gerund ook na werkwoorden zoals like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop, miss wanneer het gaat over iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet:
I like swimming.
Harriet enjoys reading.
We stopped going to the gym, because it was too expensive.

Slide 5 - Slide

to-infinitive
In alle andere gevallen gebruik je een zogeheten infinitief (to + hele werkwoord) na de genoemde werkwoorden like, hate, enjoy, love, remember, prefer, start, continue, keep, begin en stop:
I would love to swim.
I hate to ask you this, but... did you shower this morning?

Slide 6 - Slide

Remember

Als je na het werkwoord remember een gerund gebruikt, verwijs je naar het verleden. Gebruik je een infinitive, dan moet het nog gebeuren.
Remember fishing on the lake? Those were good times!
Remember to walk the dog when you get home!






  I clearly remember telling him this. 
Ik herinner me nog duidelijk dat ik hem dit heb verteld.
 I must remember to phone him. 
Ik moet niet vergeten hem nog bellen.

Slide 7 - Slide

Stop
Ook bij het werkwoord "to stop" is er een verschil in betekenis tussen de gerund en de infinitive:

Wat is het verschil?
He stopped to buy a snack on his way home.
He stopped buying snacks, because he began to get fat.





  I clearly remember telling him this. 
Ik herinner me nog duidelijk dat ik hem dit heb verteld.
 I must remember to phone him. 
Ik moet niet vergeten hem nog bellen.

Slide 8 - Slide

After her accident, she avoided ________ the car.
A
to take
B
taking

Slide 9 - Quiz

He demanded ... (speak) to the manager.
A
to speak
B
speaking

Slide 10 - Quiz

I offered ... (help).
A
to help
B
helping

Slide 11 - Quiz

I miss ... (go) to the beach.
A
to go
B
going

Slide 12 - Quiz

We are used to ... (get) up early for school.
A
get
B
getting

Slide 13 - Quiz

I would hate ... (arrive) too late.
A
to arrive
B
arriving

Slide 14 - Quiz

I feel like ... (go) home early today.
A
go
B
going

Slide 15 - Quiz

I hate other people ... (tell) me what to do.
A
telling
B
to tell

Slide 16 - Quiz

An example of a sentence with a "gerund" is...
A
I'm afraid smoking isn't allowed.
B
I love smoking outside.
C
I was smoking a cigarette.
D
That girl is smoking hot!

Slide 17 - Quiz


....(write) in English is easy.

Slide 18 - Open question

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

Slide 19 - Open question

That make-up product isn't worth ... (buy)

Slide 20 - Open question


There's no ... (deny) that they are in love.

Slide 21 - Open question


They suddenly stopped ... (run).

Slide 22 - Open question


What are the chances of you ... (get) a good grade for this test?

Slide 23 - Open question

We stopped ... (have) a look at something in the shop window.

Slide 24 - Open question

How well do you understand this topic (gerund or infinitive)?
-2100

Slide 25 - Poll

Vind je dit nog lastig?
- Kijk dan op Teams bij grammar: Daar staat een PowerPoint met uitleg, plus 4 extra oefeningen met antwoorden.
- Bestudeer de grammar reference blz 64-65.

*Bij dit onderwerp is het extra belangrijk om veel te oefenen en zo te onthouden wanneer je de -ing vorm gebruikt en wanneer het hele werkwoord.


Slide 26 - Slide