Grammatica zinsdelen H1 - 1hv

Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm en zinsdelen
timer
1:00
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen
Persoonsvorm en zinsdelen
timer
1:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen theorie: zinnen in zinsdelen verdelen

  •  Nakijken opdracht 2 t/m 5

  • Uitleg : Samengestelde zinnen (blz. 30)

  • Maken opdracht 1 t/m 3

Slide 2 - Slide

Herhaling 
Zinnen in zinsdelen verdelen. Hoe?


Bespreken opdracht 2 t/m 5

Slide 3 - Slide

Zoek de zinsdelen
  • Stap 1: zoek de persoonsvorm.

  • Stap 2: zoek de rest van het werkwoordelijk gezegde. Het volledige wwg is één zinsdeel

  • Stap 3: verander de volgorde binnen de zin. Alles dat voor de persoonsvorm staat of kan staan, is een zinsdeel.


Slide 4 - Slide

Lesdoel
1. Je weet wat een samengestelde zin is.
2. Je kunt de voegwoorden herkennen in een samengestelde zin.
3. Je kunt het onderwerp en de persoonsvormen herkennen in een samengestelde zin. 

Slide 5 - Slide

Samengestelde zin

Maak een woordspin

2 minuut: individueel in stilte
1 minuut: overleg met buurman
Klassikaal bespreken 


timer
1:00

Slide 6 - Slide

Samengestelde zin
Een samengestelde zin bestaat eigenlijk  uit 2 zinnen, die aan elkaar geplakt zijn 
met een
plakbandje

Slide 7 - Slide

Samengestelde zin


Samengestelde zin = Twee zinnen die samen een nieuwe zin vormen.

Slide 8 - Slide

Samengestelde zin
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen. Het zijn twee enkelvoudige zinnen aan elkaar geplakt. Dit gebeurt met een voegwoord.

Bijvoorbeeld: 
1. Marloes is spits. Oumaima staat in het doel.
2. Marloes is spits en Oumaima staat in het doel.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 3 (blz. 30 en 31)
Je werkt in stilte
15 minuten

Ben je klaar? Dan pak je je leesboek

Slide 10 - Slide

Volgende les
Huiswerk: Opdracht 1 t/m 3

Herhalen: Samengestelde zinnen 
en starten met Persoonsvorm. 

Slide 11 - Slide