Oefentoets Klimaatvraagstukken h2,3,4

SO Arm & Rijk H2
Oefen
toets
H2,3,4

K
L
I
M
A
A
T
1 / 48
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO Arm & Rijk H2
Oefen
toets
H2,3,4

K
L
I
M
A
A
T

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het Carboon lag in de geologische tijdschaal tussen ...
A
het Perm en Trias
B
het Trias en Jura
C
het Devoon en Perm
D
het Siluur en Devoon

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Zoutsteen fungeert als....... voor aardgas uit het Carboon
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
(af)dekgesteente

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Veel fossiele brandstoffen ontstonden in het Carboon, want ...
A
onder tropische omstandigheden groeiden veel planten
B
de woestijnomstandigheden zorgden voor veel sedimentatie
C
de botsing van platen zorgde voor het omhoog komen van magma
D
het continentaal plat lag toen niet onder water

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

In het Carboon zijn veel planten- en bomenresten niet vergaan, maar zijn ze steeds dieper in de ondergrond komen te liggen. Door een toename van de druk en de temperatuur werden het water en de gassen eruit geperst, waardoor het gehalte aan koolstof toenam.

Welk proces wordt hier beschreven?
A
Inklinking
B
Inkoling
C
Indamping
D
Veenvorming

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens het Perm zaten de continenten aan elkaar, daardoor was het binnenland
A
oerwoud
B
woestijn
C
Pangea

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens het Perm lag Nederland ...
A
het zuidelijk halfrond.
B
rond de evenaar.
C
30 graden noorderbreedte.
D
op de plek waar nu de Atlantische oceaan is.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Zandsteen uit het Perm fungeert als ..... gesteente voor aardgas
A
moedergesteente
B
reservoirgesteente
C
afdekkingsgesteente

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In het Perm lagen
continenten op de
polen -> vorming ijskappen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sturende factor
B
Conditionele factor
C
Terugkoppelings-mechanisme
D
X-factor

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Pangea was in het
A
Precambrium
B
Perm
C
Krijt
D
Kwartair

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort waar bij. Sleep de zinnen naar de juiste afbeelding.
lagedrukgebied
hogedrukgebied
weinig neerslag
veel neerslag
stijgende lucht
dalende lucht

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de drijvende kracht achter platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De zee
C
slabpull
D
Lava

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Het Krijt loop van ... tot ... miljoen jaar geleden
A
290 tot 250
B
140 tot 65
C
2,5 tot 0,01
D
4600 tot 550

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Na het Perm begon Pangea uit elkaar te vallen, dit ging gepaard met veel vulkanisme.
Leg uit welk effect dit had op de zeespiegel.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

In het Krijt (broeikasaarde) was het co2 gehalte in de lucht ...
A
even hoog
B
5x zoveel
C
40x zoveel
D
100x zoveel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Het Perm wordt ook wel Woestijnaarde genoemd, verklaar de aanwezigheid van veel grote woestijnen in dit tijdvak

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Door een meteorietinslag op de grens van Krijt en Tertiair kwam er een abrupt einde aan de broeikasaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De meteorietinslag waardoor de Dinosauriërs uitstierven is een voorbeeld van ...
A
interne variabiliteit
B
externe variabiliteit

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de drie variabelen van Milankovitch?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

a. Wat houdt een grotere scheefstelling van de aardas in voor de verschillen tussen zomer en winter op het noordelijk halfrond? (1p)

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

b. Waarom is een grotere scheefstelling van de aardas ongunstig voor het ontstaan van een ijstijd? (1p)

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

In het Pleistoceen hadden we te maken met ....?
A
lage zeespiegel
B
hoge zeespiegel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een positieve terugkoppeling .... klimaatverandering
A
versnelt
B
vertraagt

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit hoe smeltend zee-ijs een positieve terugkoppeling kan veroorzaken.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Mondiale klimaatverandering leidt ook in Nederland tot problemen.
Beredeneer welke verandering in temperatuur of neerslag tot de grootste problemen leidt.

Slide 26 - Open question

Door klimaatverandering neemt de neerslag (en de extremen daarin) toe (1 punt);
waardoor het toch al vochtige Groot-Brittannië vaker met overstromingen te maken gaat krijgen (1 punt).

Het klimaat in Nederland wordt sterk bepaald door de thermohaliene circulatie. Verstoring hiervan kan de problemen door klimaatverandering tijdelijk van aard doen veranderen.
Geef een verklaring voor een mogelijk verstoring van de thermohaliene circulatie.

Slide 27 - Open question

Door smelt van de ijskap van Groenland kan er abnormaal veel zoet water in de noordelijke Atlantische Oceaan stromen (1 punt).
waardoor de diepwaterpomp verstoord raakt en de stroming van warm water richting het noorden afneemt (1 punt).

Wat hoort waar?
Glaciaal
Interglaciaal
Noordzee lag droog

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Gebruik figuur 1. In deze figuur wordt een terugkoppelingsmechanisme weergegeven dat in werking treedt bij het ontstaan van een ijstijd. Beredeneer of dit terugkoppelingsmechanisme heden ten dage in omgekeerde richting kan plaatsvinden.

Slide 29 - Open question

T2

Ja, het terugkoppelingsmechanisme werkt nu andersom. Door mondiale opwarming neemt de hoeveelheid bos toe ten koste van de toendra, waardoor het albedo van de aarde daalt en de opwarming wordt versterkt.
Wat betekent het begrip geomorfologie?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Tot hoeveel jaren terug kun je de ouderdom bepalen met behulp van de 14C-methode? (1p)
A
5.736 jaar
B
11.472 jaar.
C
ongeveer 60.000 jaar
D
ongeveer 100.000 jaar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Met welke wetenschap houdt de onderzoeker zich bezig die boringen uit landijs bestudeert? (1p)

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Als je aan de hand van boomringen onderzoek doet naar klimaten, aan welke informatie heb je dan het meest als je wat over klimaat in het verleden wil weten?
A
De grootte van de boomstam
B
Welke soort boom het is
C
Waar de boom stond
D
De dikte van de jaarringen

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Indirect bewijs om het klimaat in het verre verleden de reconstrueren noemen we
A
Presto-indicatoren
B
Proxy-indicatoren
C
Primula-indicatoren
D
Pergola-indicatoren

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Hernieuwbare energiebronnen zijn duurzaam en raken nooit op.

Noem 3 nadelen van hernieuwbare energiebronnen.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Op wat voor soort energie draait een geothermische centrale?
A
Waterkracht
B
Zonne-energie
C
Aardwarmte
D
Windkracht

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Noem een nadeel van een waterkrachtcentrale vanuit de natuurlijke dimensie.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Het aanleggen van groene daken is een maatregel die....
A
brongericht is
B
symptoombestrijdend is

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke type maatregel hoort de emissiehandel?
A
Symptoombestrijding
B
Geen van beide
C
Brongerichte maatregel

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Vind je dat emissiehandel een goed instrument is om CO2 uitstoot tegen te gaan? En waarom?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Bron voor de komende vragen
Vasteland Antarctica zucht onder warmterecord
Argentijnse onderzoekers hebben op het noordelijkste deel van het vasteland van de Zuidpool een warmterecord gemeten van 17,5 °C. De meting dateert van 15 maart 2015, maar door uitgebreid aanvullend onderzoek kwam het nieuws nu pas naar buiten. Het vorige warmterecord op het vasteland van de Zuidpool, 15 °C, stamt alweer uit 1974.
Vrij naar: NOS.nl (2017)

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Stel, een onderzoeker voert over 500.000 jaar een boring uit op Antarctica en vindt een dunne laag landijs daterend uit de huidige periode.
Bevat deze laag landijs dan relatief weinig of veel 16O-isotopen?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Leg je antwoord op de vorige vraag uit.

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

De bron goed bekeken? Wat betekent de situatie over 10.500 jaar voor de verhouding 16O/18O-isotopen in de kalkskeletten van de dieren die dan in de Noordzee leven?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Op welke manier kan scheefstelling van de aardas bijdragen aan een versterking van de effecten van de situatie uit bron?

Slide 46 - Open question

This item has no instructions

Klaar!
Hoe goed heb je de oefentoets gemaakt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

This item has no instructions

Einde van de oefentoets

Slide 48 - Slide

This item has no instructions