22RS/MR Klantreis week 21: Deel B H6.4 t/m 6.6 Online marketing

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

22RS/MR Klantreis, assortiment en Visual Merchandising

Slide 1 - Slide

Week 20: Samenvatting
  • Doel van alle E-commerce is conversie: een daadwerkelijke aankoop.
  • Tussendoelen naar conversie kunnen helpen in de toekomst de online presentatie en daardoor conversie te verbeteren.
  • Indeling van de website op meerdere niveaus belangrijk:
    - Navigatie/indeling site: drempels wegnemen.
    - (Product)pagina: balans tussen informatie en overzicht. 
    - Landingspagina: de "entree" van de winkel. Zorg voor
    voldoende prikkels, maar ook voor overzicht.

Slide 2 - Slide

Week 21: Online marketing
  • Vragen vorige week.
  • H6.4 t/m 6.6.
  • Dropshipping & Fulfilment.
  • Publiciteit social media.
  • Online marketing.

Slide 3 - Slide

Vormen e-tailing

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Doelen promotie: AIDA

Slide 6 - Slide

Publiciteit via social media
  • Vlogs/blogs: meerwaarde aan site/merk.
    - Influencermarketing.

  • Virale marketing: zelf verspreidend.
    - ALS Ice Bucket Challenge bijv.

  •  Reviews.
    - Net als bijv. stuk in krant; geloofwaardiger dan reclame.
    - Google alerts, twitter mentions, etc.

Slide 7 - Slide

Online marketing
  • Zoekmachinemarketing: SEO/SEA. 

  • Affiliate marketing: no cure, no pay. Soms affiliate netwerken.

  • Branding: algemene merkbekendheid en imago-ontwikkeling.

  • Eigen social media en/of reclame op social media.

  • Inbound marketing: eigen website aantrekkelijk maken.

Slide 8 - Slide

SEO
  • Staat voor: Search Engine Optimization
    (zoekmachine optimalisatie).
  • Kun je ook stellen als: Google optimalisatie.
  • Doel van Google: meest relevante/passende resultaat voor de gebruiker.

Slide 9 - Slide

Welke factoren zijn van
invloed op hoe hoog je
in zoekresultaten komt?

Slide 10 - Mind map

SEO: factoren
  • Technisch: URL, responstijd, site-map, HTTPS, etc.
  • Inhoud: titel+lengte+beschrijving pagina, keywords, Call-to-Action, leeftijd inhoud, locatie, etc.
  • Extern (Autoriteit): linkbuilding, populariteit site, relevantie links, etc.

Slide 11 - Slide

SEO doelen
  • Doelen: meer verkeer en meer afzet/omzet, maar niet per se online.
  • Vertrouwen: hoog in de resultaten van Google, lijkt betrouwbaar(der).

Slide 12 - Slide

Online reclame
  • SEA: Search Engine Advertising (reclame) → betalen voor clicks.
  • Reclame op social media.
  • Affiliate marketing → commissie (no cure, no pay).

Slide 13 - Slide

Affiliate marketing
  • Advertenties op relevante sites.
  • Speciale link → afkomst consument bekend.
  • Commissie bij verkoop. Betalen per referral.
  • Gebruik affiliate netwerken voordeel voor beide partijen (ten koste van deel inkomsten).

Dit is vergelijkbaar met doorverwijzingen offline.

Slide 14 - Slide

Affiliate marketing
  • Voordelen: relevant voor de doelgroep(en), verdere samenwerking mogelijk, schat aan informatie, etc.

  • Nadelen: kosten, ICT kennis nodig zonder netwerk, weinig controle affiliates.


Slide 15 - Slide

Hoe zou een supermarkt affiliate marketing in kunnen zetten? Wat voor partners kun je gebruiken?

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Nog meer online?
Branding via Social Media:
"Branding is het beïnvloeden van het gevoel dat consumenten hebben bij een bepaald merk of bedrijf."  → Imago (bekendheid)

Via social media: veel goedkoper dan reclame, dus ook toegankelijk voor kleinere bedrijven.

Engagement (positieve klantinteractie): vergroten van bereik, zichtbaarheid, naamsbekendheid en merkimago. → omzet





Slide 19 - Slide

Nog meer online?
Branding via Social Media:






Slide 20 - Slide

Nog meer online?
Webcare via Social Media:
"Klantenservice via eigen kanaal of social media.

Via social media: niet privé!







Slide 21 - Slide

Gedragsregels webcare
  • Reageer op hetzelfde kanaal.
  • Reageer in dezelfde taal.
  • Reageer snel (relatief aan kanaal).
  • Reageer consistent.
  • Wees op de hoogte van de omgeving.
  • Hou scheiding tussen professioneel en persoonlijk.
  • Meten!
  • Voeg waarde toe aan de community.

  • HEB EEN PLAN!

Slide 22 - Slide

Inbound marketing
Inbound marketing ↔ outbound marketing

Dus: trek consumenten naar jouw kanalen, in plaats van gebruik maken van kanalen van anderen.

Door: Aanbieden van relevante, inhoudelijke, aantrekkelijke, vermakelijke informatie!

Doel: klantenbinding, verkoop.

Slide 23 - Slide

Week 21: Samenvatting
  • Online marketing is heel belangrijk.
  • Online marketing kan als "normale" marketing ingezet worden, maar; biedt veel meer mogelijkheden voor klantenbinding en informatievergaring.
  • Online marketing vereist specialisten in ICT en communicatie.

Slide 24 - Slide

Opdracht vóór de volgende keer:
Maak opdrachten bij hoofdstuk 6.4 t/m 6.6, opdrachten 14 t/m 21.

Bereid je voor op proefexamen van alle stof: Boek A + Boek B.

Slide 25 - Slide

Voorbereiding
Altijd nodig: laptop.
  • Ga naar Lessonup.app
  • Log in met Microsoft 365 account (schoolaccount)
  • Word lid van de groep met code: dtkni (22RM/MRa)
      Word lid van de groep met code: fryfr (22RM/MRb)

  • Word lid van Team voor KAV: 3waxxac (22RM/MRa)
                                                                  dbt55ir   (22RM/MRb)

Slide 26 - Slide