6.1 kwadrateren

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Planning 

• iedereen aanwezig en materiaal mee?
• telefoons op stil en in de telefoonzak?
• toets bespreken en toets analyse invullen
• voorkennis en uitleg 6.1 
• werken uit het boek 
• afsluiting 

Voorkennis

* Voorrangsregels

* Rekenen met negatieve getallen

Voorrangsregels

• Eerst haakjes
• Daarna vermenigvuldigen en delen
  
• Als laatste optellen en aftrekken

rekenen met negatieve getallen

• +  + = +
• - - = +
• + - = -
• - + = -

6.1 Kwadrateren

Wat gaan we deze les doen:

*Je kunt rekenen met het kwadraat van positieve getallen

*Je kunt rekenen met het kwadraat van negatieve getallen

*Je kunt rekenen met wortels

Wat betekent "kwadrateren"?

1. De wortel van een getal nemen.
2. Een getal in het kwadraat zetten.

Kwadrateren is dus:

1. Een getal vermenigvuldigen met 2
2. Worteltrekken
3. Een getal vermenigvuldigen met zichzelf
4. halveren

Wat is het kwadraat van 4?

1. 12
2. 36
3. 24
4. 16

Wat is het kwadraat van 5?

1. 12
2. 36
3. 25
4. 16

Wat is het kwadraat van 6?

1. 12
2. 36
3. 24
4. 6

Wat is het omgekeerde van kwadrateren?

1. vermenigvuldigen
2. worteltrekken
3. delen
4. optellen

wat is de juiste rekenvolgorde?

1. haakjes, vermenigvuldigen, kwadrateren, optellen
2. haakjes, optellen, kwadrateren, vermenigvuldigen
3. haakjes, kwadrateren vermenigvuldigen, optellen
4. kwadrateren, haakjes vermenigvuldigen, optellen