H4 vendredi, le 18 mars

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

objectifs

À la fin du cours...

- kun je weer iets beter een plaatje beschrijven en voorzetsels gebruiken;

- ken je de verschillen tussen de verschillende werkwoordtijden en kun je ze zelf weer iets beter gebruiken en maken;

- heb je veel basisvocabulaire herhaald;

- kun je een wederkerend werkwoord in het Frans herkennen.

programme

8:00-8:45

- examens oraux: Monica, Anouk, Sipke, Isabelle, Emir

- décrire des images / en couples

- grammaire: ww.oefje nakijken + nieuwe maken

8:45-9:30

- examens oraux: Aya, Romy vB

- vocabulaire: verbes pratiques (faire des combinaisons)

- resultaten D-toets / nabespreking

9:30-10:15

- leesvaardigheid / prononciation / correction 'Jumeaux-jumelles'

- grammaire: uitleg wederkerend werkwoord

parler & décrire

Prends ta deuxième image / description et décris-la à un(e) camarade de classe. Fini? Continue avec la grammaire.

                                            

Boutaina + Noa + Aya                                Zehra + Isa + Arbënor

Emir + Thabang                                           Kris + Anouk + Lieke

Isabelle + Nuni                                             Serajah + Romy P + Carolien

Kazu + Carina + Romy vB            

Sipke +  Tijn + Monica         

                      

grammaire

À la page suivante, tu peux corriger ton exercice de verbes (ww.oefje) et tu peux voir un nouveau exercice de verbes. 

1. Corrige ton exercice de verbes (5 min.)

2. Fais le deuxième exercice de verbes et remplis (vul in) tes réponses dans le LessonUp, à la page suivante. (12min.)

grammaire

1. ik moest

2. jij zal willen

3. jullie zouden werken

4. zij (m) zijn gearriveerd

5. hij wacht

6. wij hebben gehad

7. u ging

8. zij (v) zullen kunnen

grammaire
Vul hier je antwoorden van het 2e ww.oefje in.

vocabulaire

Sur Itslearning, il y a un document qui s'appelle: 'vocabulaire - les verbes'. Combine les images avec les verbes corrects. 

(7 min.)

Fini? Prends une petite pause :)

On corrige après la pause.

D-toets / nabespreking

1/5 correct ou pas?

ik heb gewandeld = je suis me promené

1. correct
2. incorrect

2/5 correct ou pas?

zij gaan zich scheren = ils vont se raser

1. correct
2. incorrect

3/5 correct ou pas?

wij haasten ons niet = nous ne nous dépêchons pas

1. correct
2. incorrect

4/5 correct ou pas?

draai je je niet om? = tu te ne retournes pas?

1. correct
2. incorrect

5/5 correct ou pas?

zij heeft uitgerust = elle s'est reposée

1. correct
2. incorrect

devoirs

- faire ex.18bc

- 10 min. oefenen fragment DELF

to do

Whatsapp gesprekken/foto's

feedback opdracht signaalwoorden