Herhalingsles Thema 1 - Planten en dieren

Biologie herhalingsles 
Thema 1 - Basisstof 5 t/m 8
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 18 min

Items in this lesson

Biologie herhalingsles 
Thema 1 - Basisstof 5 t/m 8

Slide 1 - Slide

Basisstof 1 - Organismen
Vraag 1
a. Leg uit wat een organisme is.
b. Zijn een steen en een plant organismen? Leg je antwoord uit.

Slide 2 - Open question

Basisstof 1 - Organismen
Vraag 2
Noem de zeven levenskenmerken.

Slide 3 - Open question

Basisstof 2 - Groei en ontwikkeling
Vraag 3
a. Leg uit wat groei is.
b. Leg uit wat ontwikkeling is.

Slide 4 - Open question

Zaadhuid

Navel

Poortje

Kiem

Zaadlobben
Basisstof 2 - Groei en ontwikkeling
Vraag 4
De meeste plantjes groeien uit zaden. Sleep de omschrijving naar het juiste onderdeel van het zaad. 

Hierin liggen voedingsstoffen opgeslagen
Beschermt het zaad
Het begin van een nieuwe plant
Het zaad heeft hiermee vastgezeten aan de plant
Hierdoor kan het zaad snel water opnemen

Slide 5 - Drag question

Basisstof 2 - Groei en ontwikkeling
Vraag 5
Twee leerlingen doen een uitspraak over de levenscyclus van een tomatenplant. Welke uitspraak is/zijn waar?
Leerling 1: Een cyclus is een proces dat één keer plaatsvindt.
Leerling 2: De zaden zijn de pitjes van de tomaat.
A
Beide uitspraken zijn waar
B
Alleen uitspraak 1 is waar
C
Alleen uitspraak 2 is waar
D
Beide uitspraken zijn niet waar

Slide 6 - Quiz

Basisstof 3 - Metamorfose
Vraag 6
Bij een metamorfose veranderen de lichaamsbouw en levenswijze van een dier. Een vlinder ondergaat ook een metamorfose. Leg dit met behulp van de afbeelding uit.

Slide 7 - Open question

Basisstof 3 - Metamorfose
Veel insecten doorlopen vier stadia in hun levenscyclus. Wat is de juiste volgorde van deze stadia?
A
Imago - larve - ei - pop
B
Pop - larve - ei - imago
C
Ei - pop - larve - imago
D
Ei - larve - pop - imago

Slide 8 - Quiz

Basisstof 4 - De mens
Vraag 8
a. Wat zijn de drie typen ontwikkeling bij de mens?
b. Noem van elke ontwikkeling een voorbeeld.

Slide 9 - Open question

Basisstof 4 - De mens
Vraag 9
Twee leerlingen doen een uitspraak over de levensfasen van een mens. Welke uitspraak is/zijn waar?
Leerling 1: Alleen in de puberteit vindt er een groeispurt plaats.
Leerling 2: De verschillende levensfases duren bij iedereen even lang.
A
Beide uitspraken zijn waar
B
Alleen uitspraak 1 is waar
C
Alleen uitspraak 2 is waar
D
Beide uitspraken zijn niet waar

Slide 10 - Quiz

Basisstof 5 - Voedsel maken
Vraag 10
Welke twee stoffen neemt een plant op voor fotosynthese?
A
Glucose en zuurstof
B
Water en koolstofdioxide
C
Zuurstof en water
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 11 - Quiz

Basisstof 5 - Voedsel maken
Vraag 11 
Planten voeden zich niet met andere organismen, zij maken zelf de stoffen waaruit ze bestaan. Dit proces heet fotosynthese
Sleep de begrippen naar de juiste plaats in onderstaande afbeelding. 
Zonlicht
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 12 - Drag question

Basisstof 5 - Voedsel maken
Vraag 12
Een plant heeft drie onderdelen nodig om fotosynthese uit te kunnen voeren. Hierdoor kan de plant twee producten maken. Fotosynthese kun je samenvatten: ... + ... + ... -> ... + ...
Vul de missende begrippen in op de puntjes.

Slide 13 - Open question

Basisstof 6 - Allemaal anders
Vraag 13
Door welke aanpassingen kan een vis in het water leven?
A
Slijm op de huid
B
Kieuwen
C
Gestroomlijnd lichaam
D
Verdikte pootjes

Slide 14 - Quiz

Basisstof 6 - Allemaal anders
Vraag 14
Landplanten moeten zich beschermen tegen uitdroging. Welke aanpassingen de plant doet hangt af van de omgeving waarin hij staat. Sleep de omgeving waarin de plant staat naar de juiste plant. 
Vochtige omgeving
Droge omgeving

Slide 15 - Drag question

Basisstof 6 - Allemaal anders
Vraag 15
De snavels van vogels zijn aangepast aan het soort voedsel dat de vogel eet. Sleep de juiste omschrijving naar de bijbehorende snavel. 
Geschikt om zaden mee te eten: korte snavel. 
Geschikt om insecten mee te vangen: puntige snavel. 
Geschikt om prooidieren mee in stukken te scheuren: scherpe snavel.
Geschikt om diep te prikken naar bodemdiertjes: lange snavel. 
Geschikt om water naar buiten te persen.  

Slide 16 - Drag question

Basisstof 7 - Het belang van fotosynthese
Vraag 16
Wat is niet ontstaan door fotosynthese?
A
Wollen vloerkleed
B
Leren riem
C
Houten tafel
D
Glazen jampot

Slide 17 - Quiz

Basisstof 8 - Nestblijvers en nestvlieders
Vraag 17
Wat zijn kenmerken van nestvlieders?
A
Blind en nest in de boom
B
Afhankelijk van ouders en hebben een vacht
C
Kunnen staan en nest op de grond
D
Blind en nest op de grond

Slide 18 - Quiz

Basisstof 8 - Nestblijvers en nestvlieders
Vraag 18: Op de afbeelding zie je pasgeboren muizen. Zijn muizen nestblijvers of nestvlieders? Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open question